Zaandam Westzijde, De Grauwe Beer
Gegevens publicatie
Datum | 11-04-1839 |
Publicatie | Oprechte Haerlemse Courant |
Onderwerp | Verkoopadvertentie |
Plaats | Zaandam Westzijde |
Permalink | Open het origineel |
Inhoud bericht
** Men zal ten overstaan van den Notaris D. DONKER, presenteren te verkoopen, in de Herberg de Waakzaamheid, te Koog aan de Zaan, op Donderdag den 25sten April 1839:
1o. Een kapitalen, hechten en sterken HOUTZAAGMOLEN, zijnde een Bovenkruijer, genaamd DE GRAAUWE BEER, met deszelfs Houtlootsen, Werf, Balkenhaven, Inventaris en Gereedschappen, staande en gelegen te Zaandam Westzijde, in het Noordeind des Molenbuurts aan den Weg en Zaan.
2o. Een WOONHUIS met ERF en AANHOORIGHEDEN, staande en gelegen aldaar naast en Bezuiden het voorschreven Perceel.
Deze Percelen zullen eerst afzonderlijk en daarna in massa worden geveild en afgeslagen.
Mitsgaders eene aanzienlijke partij gezaagde Greenen, Dennen, Vuren en Eiken HOUTWAREN, op den Werf van voorschreven Molen liggende.
De Goederen zullen 2 dagen voor en op den Verkoopdag ter bezigtiging en de Notitien ten Kantore van den Notaris te bekomen zijn. De Houtwaren zullen 's morgens ten 9 ure en de onroerende Goederen 's avonds ten 6 ure worden geveild.
Molens in dit bericht
Gegevens publicatie
Datum | 24-04-1841 |
Publicatie | Opregte Haarlemsche Courant |
Onderwerp | Verkoopadvertentie |
Plaats | Zaandam Westzijde |
Permalink | Open het origineel |
Inhoud bericht
*** J. Te VELTRUP, M. VAN ORDEN en K. VIS Jz., Makelaars, presenteren op Zaturdag den 1sten Mei 1841, 's namiddags ten drie ure , in het Logement het Wapen van Zaandam, te Zaandam, ten overstaan van den Notaris J. DOZY, te verkoopen : Een kapitale, hechte, sterke en welgeconditioneerde HOUTZAAG-MOLEN, zijnde een Bovenkruijer, genaamd DE GRAAUWE BEER, met deszelfs Schuren, Loodsen, Erve, Balkenhaven en Gereedschappen, staande en gelegen te Zaandam, in het eerste Kanton, aan den Weg en Zaan; alsmede eenige DENNEN, RONDHOUTEN en BALKEN.
Molens in dit bericht
Gegevens publicatie
Datum | 09-08-1851 |
Publicatie | Opregte Haarlemsche Courant |
Onderwerp | Verkoop bij de molen |
Plaats | Zaandam Westzijde |
Permalink | Open het origineel |
Inhoud bericht
** MELCHIOR TE VELTRUP, Makelaar, zal op Donderdag den 14den Augustus 1851, des avonds ten 6 ure, in het Logement de drie Zwanen, te Zaandam, ten overstaan van den Notaris WILLEM SMIT, presenteren te verkoopen: Een extra kapitale HOUTZAAGMOLEN, zijnde een' Bovenkruijer, genaamd DE GRAAUWE BEER, met al deszelfs Gereedschappen, Schuren, Water en verdere Aanhooren, staande te Zaandam (Westzijde), aan den Weg en Zaan, Kad. Sectie G., No. 14, 15 en 16, groot 25 R., 20 El.
Molens in dit bericht
Gegevens publicatie
Datum | 27-03-1884 |
Publicatie | Algemeen Handelsblad |
Onderwerp | Verkoopadvertentie |
Plaats | Zaandam Westzijde |
Permalink | Open het origineel |
Inhoud bericht
ZAANDAM
Op Donderdag 17 April 1884, des avonds te 6 uur, zullen door de Makelaars J, VAN DER GOOT en A. VAN DER GOOT, ten overstaan van den Notaris P. MUL, in het Logement Het Wapen van Amsterdam, te Zaandam, in het openbaar ten verkoop worden aangeboden:
Een Houtzaagmolen,
zijnde een Bovenkruier, genaamd: De Eikenboom, met Schuren, Kantoor, Werven, Water en verder Aanbehooren, groot 37 Aren, 90 Centiaren, en
Een Houtzaagmolen,
zijnde een Bovenkruijer, genaamd: De Graauwe Beer, met Schuren, Werven, Water en verdere aanhorigheden, groot 25 Aren, 20 Centiaren.
De bovengemelde Perceelen, welke door hunne gunstige ligging te Zaandam, Westzijde, in het Noordeinde van de Molenbuurt, aan den Weg en de Zaan, tot allerlei doeleinden bijzonder geschikt zijn, worden geveild in Perceelen en in verschillende Combinatiën, zooals op de verspreide Biljetten in het breede staat vermeld.
Meerdere inlichtingen worden gegeven door de Makelaars en de Notaris bovengenoemd. (9744)
Molens in dit bericht
Gegevens publicatie
Datum | 15-11-1890 |
Publicatie | Algemeen Handelsblad |
Onderwerp | Verkoopadvertentie |
Plaats | Zaandam Westzijde |
Permalink | Open het origineel |
Inhoud bericht
De Makelaars J. en A. VAN DER GOOT, zullen op Zaterdag 29 November 1890, 's avonds 6 uur in Het Wapen van Amsterdam te Zaandam, ten overstaan van den Notaris P. MUL. ten verkoop aanbieden:
Een kapitalen, hechten, sterken en uitmuntend ingerichten
HOUTZAAGMOLEN,
zijnde een Bovenkruijer, genaamd De Grauwe Beer, met Gereedschappen, schuren, Werf, Water en verder aanbehooren, zeer gunstig gelegen te Zaandam, Westzijde aan Weg en Zaan, groot te zamen 26 Aren, 40 Centiaren.
In perceelen en in massa zooals op de verspreide biljetten staat vermeld.
(25181)
Molens in dit bericht
Gegevens publicatie
Datum | 13-02-1926 |
Publicatie | De Zaanlander |
Onderwerp | Nieuws |
Plaats | Zaandam |
Permalink | Open het origineel |
Inhoud bericht
De Houtzaagmolens in het Oostzijderveld
door J. KRUIJVER te Zaandam.
De molens zagen hout en draaien van de winden
Dit is een groot vermaak en kunst om uit te vinden.
In 1794 stonden in 't Oostzijderveld volgens de kaarten van Oostwoud niet meer dan 14 zaagmolens, 12 afgebroken, 1 afgebrand en 1 nog in werking, De Poelenburg .
Afgebroken zijn: De Stuurman, De Huisman, De Boendermaker, De Jonge Arnoldus, Het Bruine Schaap, De Bennebroek, De Snoek, Het Rasphuijs, De Zalm, De Veldvlieger, De Herder en De Valk.
Na 1794 zijn er nog enkele zaagmolens gebouwd In 't Oostzijderveld, nl. De Jonge Beer en De Vrede, twee bovenkruiers.
De zaagmolens onderscheidden zich in paltrokken en bovenkruiers. Paltrokken waren ver in de meerderheid, dit bleek bij een telling van molens in 't jaar 1768, waren van de 21 zaagmolens in de banne van Oostzaan 18 paltrokken en 3 bovenkruiers. Deze opgave vermeldt tevens, dat de laatste 40 jaar alleen in de Oostzaner ban 21 zaagmolens zijn afgebroken.
De paltrokken waren van de achterkant geheel open en houtzagen was in den winterdag een allesbehalve benijdenswaardig baantje, voornamelijk in 't Oostzijderveld. Maar houtzagers waren alle stoere mannen, gehard door weer en wind en van geen klein gerucht vervaard.
De heer Buis, die zelf als houtzager op een Paltrok werkte, zegt er terecht van:
Men kan hier aan de Zaan veel stoere mannen vinden
Die in dit ruwe werk zelf nog behagen vinden
Zoo leert men ook alweer de jonge lieden werken
Maar niet met zachtigheid, dit dient men op te merken
De aard van 't werk is ruw, dus ruw is de manier
Van 't leeren van dit vak....
De paltrokken stonden van de werf gescheiden door een sloot, die rondom den molen lag voor de balken, want de molen draaide zelf geheel mee met 't kruien en er moest overal gelegenheid wezen om met de kraan de balken uit het water op te halen.
De bovenkruiers waren gebouwd, zooals de pel- en oliemolens en draaide hiervan enkel de kap. Elke molen had een vaste helling voor het ophalen der balken en dit geschiedde door den molen zelf. Bij de meeste zaagmolens was een hut met een schoorsteen er in om thee en koffie te zetten.
Deze hut of schafthuis diende voor de houtzagers om met schafttijd en theetijd hun brood te eten, Want de zaagmolens bleven 's morgens om acht uur staan tot half negen en van twaalf uur tot een uur en meestal 's middags nog een half uur om thee te drinken.
Het was de gewoonte dat de baas dit betaalde en ook werd er met luilak gratis warme bollen gegeten en met Kerstmis duivekaters volgens oude gewoonte. Maar van dit alles is niets meer overgebleven, sinds de stoom den wind heeft vervangen.
De zaagmolens werkten enkel bij dag, in tegenstelling bij de olie- en pelmolens, die nacht en dag maalden. Ook de verfmolens maalden enkel bij dag, uitgezonderd de verfmolen De Stijfselbak in 't Oostzijderveld, die dag en nacht maalde.
De zaagmolens waren voor een deel grenenzagers en sommige eikenzagers of wagenschotzagers. De groote eiken klossen werden eerst op het hart gekloofd en vervolgens werd er deel voor deel afgezaagd. Het zagen van eikenhout vereischte veel vakkennis. Hier aan de Zaan waren veel bekwame zagers en niet zelden gebeurde het dat zagers van hier naar andere plaatsen geroepen werden als er groote en zware stukken hout gezaagd moesten worden. Ook vertrokken er veel hier van de Zaan om op andere plaatsen de leiding op zaagmolens waar te nemen en alzoo hun positie te verbeteren.
Aan het eikenhout zagen werd veel zorg besteed. Als de deelen gezaagd waren werd ieder deel atzonderlijk overeind gezet om er de eik uit te laten regenen. Was deze er uitgeregend, dan werden de deelen opgestapeld in een open schuur gelegd en later in een dichte schuur om geheel te drogen.
De dichter van Zaanlands Wassende Roos, anno 1693, zegt er van in zijn gedicht:
Veel schuren die bij de molens staan
Zijn met 't gezaagde hout belaan
Van richels deelen, latten veel
Ook binten, ribben, leggers heel
Het is een wonder schouwtooneel
Het wagenschot staat op zijn end
En wat nog in 't water leit
De zaag nog al aan stukken snijt.
Het eikenhout zagen is meest hier aan de Zaan te niet gegaan. Door de enkele molens die hier nog staan wordt het niet meer gezaagd en de fabrieken zagen meest alle gewone balken. Alleen de stoomzagerij De Engel zaagt somtijds eikenhout. Het Noorsche Bosch was nog een eikenzager, maar is voor eenige jaren ook afgebroken.
De bovenkruiers waren meestal groote zware molens: de lattenzagers waren altijd veel kleiner. Met het verval der scheepsbouw bleven er veel groote bovenkruiers stilstaan en zoo werden er vele tot andere bedrijven ingericht. Zoo o.a. Het Oosterkattegat, een zware groote molen werd in die jaren tot oliemolen ingericht. Ook De Reus op de Koog werd van zaagmolen tot oliemolen verbouwd. Toen in 1878 De Reus tot fabriek werd veranderd vond men in den grond nog oude zagen en veel eiken zaagsel. Ook de zaagmolen De Jonker is omstreeks dien tijd tot oliemolen veranderd. Op de kaartenboeken van 1684 staat deze molen nog als zaagmolen afgebeeld.
De Dichter van de Zaanlandsch Wassende Roos, 1693, geeft de volgende beschrijving van de bovenkruiers :
De zware molens domme kracht
Die draaien met een sterke macht
De wind die blaast eerst op de roed
Daarvan zoo draait de as met spoed.
Daaraan is vast het groote wiel
Dat grijpt zijn kam in 't boven spil
Het bovenspil dat maakt de gang
Dat wiel is aan de kromme stang
De kruk wel vast. Zijn kromme bocht
Die slingert om gelijk hij vocht
En zet de ramen op en neer
De wipstok en de krabbeleer
Die klauwtren aan des winrads tack
Dan windt de rol met groot gemak
Den kabel om zijn eigen lijf
Die trekt de balken tot gerijf
Wel op de helling voor de mool
Geloof mij vrij, het is geen kool.
De slee, de lange molenbrug
Die neemt de balken op zijn rug
Dan zet men hem met ijzers vast
En touwen die daartoe wel past.
Dan klauwert de onderste krabbeleer
En win rats spil zijn rondsel weer
En grijpt de koogel in zijn tand
Dan kruipt de slee de molen langs
Daar men de balken op bedwingt
Dan zaagt de molen van de wind.
De paltrokken waren geheel van hout en van buiten geteerd, behalve de achterkant der kap. Deze was meestal groen, ook wel beschilderd met tafereelen, betrekking hebbende op de namen der molens.
Zoo was op De Abram's Offerande het geheele bijbelsche tafereel er met kunstigen hand opgeschilderd. Zoo ook op de navolgende molens, paltrokken:
De Groenlandsche Visscherij, De Dienst Jacobs, De Held Jozua, De Prins, Lands Welvaren, De Wildeman, De Oranjeboom, De Wilde Boer.
Onder de kap bevond zich een witte rand, waar de naam van den molen opgeschilderd stond en bij sommige ook het jaartal. De luifels waren van binnen groen met donkere kleur geverfd, alsook de zaagramen. De voorkant der kap was groen en de kap der as groen met een ster uit vierkleur geverfd. De windpeuling blaauw met donderwolken.
In den winterdag met sneeuwstormen waren deze molens zeer tochtig.
De heer Buis in zijn gedicht op de houtzagers, zegt er van:
Die op een paltrok werkt hoeft niet verkleumd te wezen
En moet bij storm en sneeuw of felle kou niet vreezen,
Want in 't vrije lucht of in 't ruime veld Is 't in den winterdag soms bar en guur gesteld
En is men met felle kou aan 't werk rondom den molen
En als de Oostenwind zich dan niet houdt verscholen
Dan bijt hij in 't oor van hem, die planken sjouwt
En het is dan aan de kraan vooral niet minder koud.
De bovenkruiers waren geheel dicht en in den winterdag verre te verkiezen boven een paltrok en met storm en regenvlagen kon men den molen geheel sluiten.
Een bovenkruier is ook altijd niet te roemen
Men kan zoo'n molen gerust een trekkast noemen
Omdat meestal met wind de deuren openstaan
Voor 't uitsteken van hout of balken aan te slaan
Maar soms heeft men gemak met storm en barre dagen
Als men een zwaar gebint of dikke balk moet zagen
Want dan is alles dicht en beter ingericht
En kant 't van 't werk men doet de deuren dicht
En raast de sneeuwstorm boos men heeft geen last hier binnen
Maar op een paltrok kan men dan niets beginnen
Want weldra is met sneeuw de molen overdekt.
Op een zaagmolen werkte vier man: een meesterknecht, een middelknecht, een sjouwerman en een hutjongen, die voor thee en koffie moest zorgen en de zaagsel onder de zagen uit moest halen.
De houtzagers baas was zelf elke dag aan den molen om de balken uit te zoeken om er zooveel mogelijk hout uit te zagen. Vooral voor bestekhout werd er nauw op het hout gekeken en gemeten.
Een molen zaagde gemiddeld 45 balken per dag. doch een molen met vrijen wind kon het soms wel tot 80 en meer balken brengen.
Er waren molens, die balken konden zagen van 5½, voet dik. Wij gelooven niet dat er een fabriek is die dat niet zou kunnen doen. Maar het is de zaagmolens gegaan als de pelmolens, de stoom heeft den wind verdrongen. Het zagen van bestekhout konden de molens tegen de fabrieken niet volhouden. De fabrieken leverden op tijd hun hout af, de molens moesten wachten op wind en zoo is de eene na de andere verdwenen en van de 100 molens die hier in 't begin van het jaar 1800 stonden, zijn er nog 4 overgebleven. Het is te wenschen, dat deze 4 nog voor Zaandam behouden mogen blijven en we gelooven dat het de wensch is van vele echte Zaankanters. Want zeker is:
De molen in ons Vaderland is deel van ons goed en bloed.
De molen is ons dierbaar pand, dat men beschermen moet.
Van de molens die er nog over zijn staan er 3 in het Westzijderveld, n.l.: de paltrok-balkzager De Held Jozua, de palrok De Pet en de bovenkruier Het Zwarte Schaap. In 't Oostzijderveld staat de balkzager paltrok De Poelenburg.
In het jaar 1708 stonden er te Zaandam nog 183 zaagmolens volgens D. Burger van Schoorl, in zijn kroniek van Medemblik. In het jaar 1839 nog 82; in 1886 nog 57; in 1900 nog 24 en in 1925 nog 4 zaagmolens.
De houtzagerij hier in Zaandam heeft in de 18e eeuw moeilijke tijden doorgemaakt. Van 1726 tot 1770 zijn er meer dan 100 zaagmolens afgebroken. In den Franschen tijd was 't voor de zagerij nog zeer slecht.
In 1814 werden de houtzaagmolens ,,De Grauwe Kieft en ,,De IJsvogel publiek verkocht en brachten toen op de eerste f 330,- en de laatste f 760.- en werd eigenaar Willem Middelhoven. Deze molens waren eigendom van Gerrit Gijzen, de laatste afstammeling van een oud-Zaansch geslacht en was ook eigenaar van de buitenplaats tegenover den Molen de Grauwe Beer in de Westzij, meer bekend onder den naam van de slooperswerf van Cornelis Zemel, een bekende Zaansche Molenslooper.
Na Gerrit Gijzen is Jacob Hoorn eigenaar geworden tot 1837, toen deze Jacob Hoorn overleed. De buitenplaats werd publiek verkocht en bestond uit 't volgende.
Een koopmanshuis en daar benevenstaand luchthuis, schuur en erven, daar achter gelegen moestuin met vele vruchtboomen, vijvers met fontein, staande aan 't Noordeinde van de molenbuurt aan de Westzij ten noordwesten van den houtzaagmolen De Grauwe Beer. Deze buitenplaats is toen eigendom geworden van Gebrs. de Vries en in een molenmakerswerf veranderd. Deze waren ook eigenaars van een molenmakerij in de Oostzij, de latere werf van Jan Gras.
Na 1830 werd 't voor de zagerij weder eenigszins beter. De bovengenoemde molens werden in 1838 weder publiek verkocht en brachten toen de eerste f 3800 op en de tweede f 2800, gekocht door Kees de Koning.
In 1839 werd in 't Oostzijderveld weder een groote nieuwe bovenkruier gebouwd genaamd De Vrede door H. van der Stadt.
In 1854 werden nog gebouwd de houtzaagmolens De Nachtegaal, De Kruiskerk en de Paltrokzaagmolen De Simon Johannes, deze molen werd gebouwd voor rekening van de firma Gerrit Kamphuis.
In 1856 werd de bovenkruier De Zaan gebouwd voor H. v. d. Stadt en in 1858 in 't Oostzijderveld de bovenkruier De Jonge Beer.
Omstreeks dezen tijd deed de stoom zijn intrede in de houtzagerij. Reeds in 1866 werd de pasgebouwde houtzager De Kruiskerk in een stoomzagerij veranderd. De fa. Wed. S. Kamphuijs deed zijn molens van de hand en bouwde de stoomzagerij De Ladder Jacobs. Dit was de eerste firma die zijn hout met 't spoor liet vervoeren. In 1875 volgde de firma Gerrit Kamphuis zijn voorbeeld en bouwde de stoomzagerij De Zwarte Bruinvisch en zoo won de stoom langzamerhand terrein op den wind. Stonden er in 1886 nog 57 zaagmolens in 1900 was hun aantal tot 24 ingekrompen. De zaagmolens hadden in deze jaren geen waarde meer. In 1898 werd De Abrams Offerhande verkocht, een paltrok, en bracht slechts f 430 op, een molen die nu zeker f 20.000 zou kosten. De stoom verdrong den wind en van de 200 zaagmolens die eenmaal hun wieken hier aan de Zaan door de lucht rondzwaaiden zijn er nog vier overgebleven.
Molens in dit bericht
Gegevens publicatie
Datum | 07-02-1927 |
Publicatie | De Zaanlander |
Onderwerp | Nieuws |
Plaats | Zaandam |
Permalink | Open het origineel |
Inhoud bericht
Vereeniging „De Zaansche Molen
Over het Molenmuseum.
Inzending van voorwerpen kan te gelegenertijd geschieden, maar bericht van toezegging kan reeds vanaf heden ingestuurd worden bij het secretariaat van De Zaansche Molen, p.a. den heer P. Boorsma, Julianastraat 22, Koog a. d. Zaan.
XX.
Vervolglijst inzendingen en toezeggingen.
Ingezonden: door den heer C. Stroo, Zaandijk: Een vers : Samsons mijmering (naar aanleiding van het sloopen van den oliemolen De Samson te Wormerveer) door G. Pekelharing: een versje dat opgeschreven stond in den pelmolen Het Guiswijf, te Zaandijk; de rijmpjes welke voorkwamen op de naamborden van den papiermolen De Veldkat, te Westzaan en den meelmolen De Palmboom, te Krommenie.
Door den heer L. Rem, Westzaan: Twee pallen van een schelrad; een trechter en een maatstokje. afkomstig van den Oliemnolen Het Huis Assumburg, een vangstokbeugel afkomstig van den oliemolen De Pauw, deze molens hebben gestaan aan de Nauernasche Vaart, gemeente Assendelft. Voorts: Een oor van een steenraampje: zes pokhouten schijven; twee lei-rollen; drie neutjes en twee stuks divers, alles afkomstig van den blauwselmolen Het Welvaren (ook wel Blauwe Hengst genoemd) te Westzaan.
Door den heer J. Pel Az., Zaandam : Een model van een watermolen-vijzel.
Toegezegd: door den Heer C. D. Schuddeboom Zaandam: Drie molenfoto's, o.a. de houtzaagmolens De Bijl en De Groote Korf Te Zaandam W.Z.
Door den heer Joh. Klomp, fa. Wed. G. Gras & Zn., Zaandam: Het naambord van den houtzaagmolen De Tweeling, te Westzaan, en in bruikleen: De wind- en koopbrieven van de houtzaagmolens De Juffer, De Grauwe Beer, beiden te Zaandam en van De Tweeling, te Westzaan.
Door den heer W Perk, Zaandam : Een wandelstok met zilveren knop, waarop een molen is afgebeeld.
Wie volgt?
Reeds lang hebben wij getracht voor het museum te verkrijgen: een exemplaar van het Rapport der Enquete-Commissie (bekend als de Commissie Kerdijck) destijds opgesteld en verschenen, na het van regeeringswege ingestelde onderzoek naar de toestanden en arbeidsvoorwaarden in fabrieken en werkplaatsen.
Tot heden mochten wij er niet in slagen bedoeld werk, hetwelk ook belangrijke gegevens omtrent de Zaansche industrie bevat, te bekomen.
Zijn er wellicht lezers van dit blad die dit boek in hun bezit hebben en er afstand van willen doen, ten bate van het museum?
Bericht hieromtrent wordt gaarne ingewacht aan bovenstaand adres.
Molens in dit bericht