Kranten

PUBLIEKE VRIJWILLIGE VERKOOPING,
Ten overstaan van den Notaris SCHULTZ VAN HAEGEN, te Dordrecht residerende, in het Nederlandsch Koffijhuis van Zahn, over het Marktplein, binnen gemelde stad Dordrecht, van eenen kapitalen, hoogen en goed ter wind staande achtkanten WIND-HOUTZAAGMOLEN, genaamd DE NACHTEGAAL, met een ruim en modern Molenaarshuis. Lootsen, groot Erf, Tuin, Boomgaard en vier Balkgaten , staande en gelegen even buiten de stad Dordrecht, aan den Noordendijk, buitendijks, onder de Merwede, geteekend MW 117, Kadaster B 412, 413, 414 en 415 en C 79.
Deze Molen is door deszelfs ligging aan den Biesbosch, van waar het hout dadelijk aan den Molen aangevoerd wordt, door deszelfs constructie, die zoo veel voordeel en gemak aanbrengt, ruim Erf en groote Balkgaten, een der beste, zoo niet de beste der Molens, in den omtrek der stad Dordrecht gelegen. Voor de Loonzagerij is daaraan steeds overvloedig werk, en ontegenzeggelijk levert dezelve een rijkelijk bestaan op.
Dezelve Molen, Molenaarshuis en Gevolgen is met den 1 November aanstaanden bij den kooper te aanvaarden.
Aan den Kooper zullen volgen de Losse Gereedschappen bij den Molen behoorende, volgens taxatie van twee onzijdige personen, bij de veiling op te geven.
Dezelve zal kunnen bezigtigd worden gedurende 14 dagen voor de verkooping , mits zich daartoe bij de verkoopers aanmeldende.
Van welke Molen en Gevolgen de veiling zal geschieden op Zaturdag den 23 September 1837, des voormiddags ten half twaalf ure.
En de finale verkoop op Zaturdag den 30 September 1837, ten ure voorschreven.
Zijnde dezelve Molen UIT DE HAND TE KOOP.
Nader onderrigting ten Kantore van gemelden Notaris.

FAILLISSEMENT. Openbare Verkooping, op Vrijdag 23 Augustus 1895, des voormiddags Elf uur, les verzoeke van den Heer Curator in het faillissement van T. VAN GENT, wagenmaker te Zwijndrecht, ten overstaan van den Deurwaarder G, J STEENWEG.
1o, vóór het pakhuis benedendijks A 104a te Zwijndrecht en 2o in- en vóór het huis aan den Langenweg of Straatweg B 198 te Zwijndrecht, van
EENE PARTIJ lepenplaten, Vurendeelen, Wilgenhout, 7 gewaterde lepenboomen, eenig
bewerkt Hout, enz. Voorts: ZAAGMACHINE, Draaibankje, Werkbanken, Slijpsteen, diverse Gereedschappen, 2 Steenwagens en andere Wagens.
En eindelijk: Eenige MEUBILAIRE GOEDEREN.
Alles ter voormelde plaatsen, 's morgens vóór de Verkooping te zien, met uitzondering van de Boomen, zijnde deze van heden af bij laag water te zien in het balkengat van den Houtzaagmolen DE NACHTEGAAL aan den Noordendijk te Dordrecht, alwaar zij op verzoek door den baas zullen worden aangewezen.

Molens bij Dordrecht.
De tijden zijn lang voorbij dat de omgeving van Dordrecht in het bijzonder den Noordendijk en den 's-Gravenlandschendijk met allerlei molens gestoffeerd was. Het begon in het laatst der 16e eeuw met vol- en tras- en papiermolens. Sedert 1603 kwamen de houten watermolens; voor de graanbelasting stonden aan de ingangen der stad de steenen korenmolens en tegen het einde der 17e eeuw werden de talrijke houtzaagmolens gebouwd. Het waren palhokken, die op hun voet moeten draaien, of bovenkruiers, waarvan alleen de kap draaide. Langs de beide genoemde dijken stonden voornamelijk zaagmolens, maar aan den 's-Gravendeelschen stonden ook enkele oliemolens.
Aan den Noordendijk vond men aan de Kraker, het Fortuin, de Zwaan, de Hoop, de Nachtegaal, de Duinen, de Windhond, de Jager, benevens den steenen korenmolen de Kijk over den Dijk. Al deze molens, die aan den dijk een schilderachtig aanzicht gaven, getuige de vele mooie teekeningen en prenten, zijn in het laatst der 19e eeuw alle gesloopt op de Nachtegaal en de Kijk na. Zij moesten met hun balkgaten, beksteigers en werven plaats maken voor stoomzagerijen. Naar men verneemt, zal de laatste houtzaagmolen, die reeds buiten gebruik was gesteld, ook gesloopt worden en loopt de hooge steenen molen, de Kijk over den Dijk wegens de toenemende uitbreiding der electrische centrale ook gevaar van te moeten verdwijnen.
Aan den 's-Gravendeelschen dijk is de slooping der molens eveneens bijna voltooid. Van de vele molens, die daar en aan het Weeskinderendijk stonden, is niet veel meer over.
De Nieuwe Eendracht, de Zwaan, de Hoop, de Kleine Noorsche Boer, de Oude Zager, de Zeelt, de Goede Verwachting (deze heeft slechts van 1858 tot 1865 bestaan), de Valk, de Kalkoor, voorheen de Oranjeboom, de Oude Ruijter, de Stad Middelburg, enz. zijn op enkele na verdwenen. Het waren houtzaag-, olie- of trasmolens.
Was voorheen het gezicht op den dijk buitengewoon schilderachtig en levendig, thans is het vrij troosteloos, nu enkele fabrieken de ledig gekomen plaatsen bezetten: Het Hollandsche landschap op het Dordtsche eiland is er in de laatste veertig jaren niet op vooruitgegaan, want ook de watermolens der polders zijn door stoomgemalen vervangen, en onder sloopershanden gevallen. De vereeniging De Hollandsche molen kan hier niets meer redden.