Kranten

OPENBARE VRIJWILLIGE
VERKOOPING, Ten overstaan van de Notarissen Mrs. STRUYK en DE KONING, in het Logement de Gouden Leeuw te Dordrecht, bij Veiling op Woensdag 3 April 1861 en bij Afslag op Woensdag 10 April 1861, beiden des voorn. Elf ure, van de navolgende
ONROERENDE GOEDEREN,
ALS:
.
No. 1. Een hechten en sterken Zeskanten WIND-HOUT-ZAAGMOLEN, genaamd: DE GOEDE VERWACHTING, met twee daarbij behoorende MOLENAARS-HUIZEN, C 52 en 53, benevens ruim BALKGAT en ERVEN; in 1856 geheel nieuw opgerigt, en allergunstigst gelegen aan de Rivier de Oude Maas, even buiten Dordrecht, onder Dubbeldam, aan den 's Gravendeelschen Dijk, Kadaster A Nos. 1307 tot en met 1312, groot 74 Roeden 21 Ellen.
Grondlasten over 1861 f 104.62.
No. 2. Een BALKGAT en ERF, onder Dubbeldam, langs den 's Gravendeelschen Dijk, tegen over nommer Een, Kadaster A Nos. 117 en 118, groot 23 Roeden 60 Ellen.
Grondlasten over 1861 f 1.66.
No. 3. Een zeer gunstig gelegenc SCHEEPSTIMMERWERF, met Twee LOODSEN en ERVEN, te Dordrecht, achter Hakkers, Kadaster D No. 1390, groot 24 Roeden 78 Ellen.
Gemelde Werf, waarop sedert anderhalve eeuw de Scheepsbouw voor de groote vaart is uitgeoefend, bevat twee ruime en hechte LOODSEN, Vier SCHEEPSHELLINGEN en eene HOUTSTOOF met STEENEN STOOKHUIS met IJzeren Dak en Gemetselden Ketel.
Grondlasten over 1861 f 73.49.
No. 4. Eene hechte en sterke LOODS en ERF, met ruimen Zolder, naast het voorgaand Perceel, Kadaster D no. 1455, groot 1 Roede 80 Ellen.
Grondlasten over 1861 f 18.03.
No. 5. Twee BALKGATEN en ERVEN, gelegen aan en naast elkander, onder Dubbeldam, langs den 's Gravendeelschen Dijk, tegenover de gewezene Fabriek tot Vlasbereiding, in het Papegat, Kadaster A Nos. 45 tot en met 48, te zamen groot 22 Roeden en 36 Ellen.
Grondlasten over f 1861 f 1.58.
Alles te aanvaarden 1o. Mei 1861.
Na afzonderlijken Afslag zullen de Nos. 1 en 2 gecombineerd worden opgehangen en afgeslagen. Nos. 1, 3 en 4 dagelijks te bezigtigen van des voorm. 9 ure tot des nam. 5 ure, mits voorzien van een consent-Billet.
EN VOORTS:
Op Donderdag 11 April 1861, des voormiddags 10 ure, aan de Werf, Achter Hakkers, van eenige ROERENDE GOEDEREN, waaronder een Boeijerhoogaarts met Tuig, en een Mallejan, Ponten, Karren, Heistelling, Aukers, Zagen, Vijzen, Scheepsmallen, Smeerstukken, Rammen, enz.
Zijnde een en ander aan gemelde Werf, van den 9 April a. s

UIT DE HAND WORDT TE KOOP GEPRESENTEERD: Een kolossale
HOUTZAAGMOLEN, HOUTKOOPERIJ, ENZ.
met HEERENHUIZING, alles zoo goed als Nieuw. Te bevragen met franco Brieven, onder Letter G., bij den Boekhandelaar H. R. VAN ELK, te Dordrecht.
(6476)

Staatsspoorwegen.
AANBESTEDING.
Op Dingsdag, den 20sten Augustus 1861, des middags ten 12 ure, zal, onder nadere goedkeuring van den Minister van Binnenlandsche Zaken, door de Commissie voor de Staatsspoorwegen, in een der localen van het Ministerie van Binnenlandsche Zaken te 's Gravenhage, worden Aanbesteed:
het Ophoogen van een terrein, gelegen buiten Dordrecht aan den 's Gravendeelschen Dijk, langs de rivier de Oude Maas, gemeente Dubbeldam, en het gedeeltelijk Afbreken van den op dat terrein staanden Houtzaagmolen. De Besteding geschiedt bij enkele inschrijving, volgens art. 10 van het Bestek.
Het Bestek ligt ter lezing aan het locaal van het Ministerie van Binnenlandsche Zaken, aan het locaal der Ingenieurs in algemeene dienst bij de Commissie voor de Staatsspoorwegen in de Raamstraat, no. 32, te 's Gravenhage, in de voornaamste logementen en koffijhuizen en op de plaatsen waar gewoonlijk dergelijke Bestekken ter lezing gelegd worden.
Inlichtingen zijn te verkrijgen bij de Ingenieurs in algemeene dienst bij de Staatsspoorwegen te 's Gravenhage en bij den Eerstaanwezenden Ingenieur Michaëlis te Rotterdam.
's Gravenhage, den 5den Augustus 1861.
De Commissie voornoemd,
C. T. VAN MEURS, Voorzitter.
DE BORDES, Secretaris.

Aan het ministerie van binnenlandsche zaken is gisteren aanbesteed het ophoogen van een terrein, gelegen buiten Dordrecht, aan den 's Gravendeelschen dijk, langs de rivier de Oude Maas, gemeente Dubbeldam, en het gedeeltelijk afbreken van den op dat terrein staanden houtzaagmolen, ten behoeve van den aanleg der staatsspoorwegen, welke werken zijn aangenomen door den heer D. Volker, te Dordrecht, voor de som van f 2650. De hoogste inschrijver was de heer J. van der Made, te Klundert, voor f 7768.

Molens bij Dordrecht.
De tijden zijn lang voorbij dat de omgeving van Dordrecht in het bijzonder den Noordendijk en den 's-Gravenlandschendijk met allerlei molens gestoffeerd was. Het begon in het laatst der 16e eeuw met vol- en tras- en papiermolens. Sedert 1603 kwamen de houten watermolens; voor de graanbelasting stonden aan de ingangen der stad de steenen korenmolens en tegen het einde der 17e eeuw werden de talrijke houtzaagmolens gebouwd. Het waren palhokken, die op hun voet moeten draaien, of bovenkruiers, waarvan alleen de kap draaide. Langs de beide genoemde dijken stonden voornamelijk zaagmolens, maar aan den 's-Gravendeelschen stonden ook enkele oliemolens.
Aan den Noordendijk vond men aan de Kraker, het Fortuin, de Zwaan, de Hoop, de Nachtegaal, de Duinen, de Windhond, de Jager, benevens den steenen korenmolen de Kijk over den Dijk. Al deze molens, die aan den dijk een schilderachtig aanzicht gaven, getuige de vele mooie teekeningen en prenten, zijn in het laatst der 19e eeuw alle gesloopt op de Nachtegaal en de Kijk na. Zij moesten met hun balkgaten, beksteigers en werven plaats maken voor stoomzagerijen. Naar men verneemt, zal de laatste houtzaagmolen, die reeds buiten gebruik was gesteld, ook gesloopt worden en loopt de hooge steenen molen, de Kijk over den Dijk wegens de toenemende uitbreiding der electrische centrale ook gevaar van te moeten verdwijnen.
Aan den 's-Gravendeelschen dijk is de slooping der molens eveneens bijna voltooid. Van de vele molens, die daar en aan het Weeskinderendijk stonden, is niet veel meer over.
De Nieuwe Eendracht, de Zwaan, de Hoop, de Kleine Noorsche Boer, de Oude Zager, de Zeelt, de Goede Verwachting (deze heeft slechts van 1858 tot 1865 bestaan), de Valk, de Kalkoor, voorheen de Oranjeboom, de Oude Ruijter, de Stad Middelburg, enz. zijn op enkele na verdwenen. Het waren houtzaag-, olie- of trasmolens.
Was voorheen het gezicht op den dijk buitengewoon schilderachtig en levendig, thans is het vrij troosteloos, nu enkele fabrieken de ledig gekomen plaatsen bezetten: Het Hollandsche landschap op het Dordtsche eiland is er in de laatste veertig jaren niet op vooruitgegaan, want ook de watermolens der polders zijn door stoomgemalen vervangen, en onder sloopershanden gevallen. De vereeniging De Hollandsche molen kan hier niets meer redden.