Den Haag, Willem de Eerste
Gegevens publicatie
Datum | 31-12-1835 |
Publicatie | 's Gravenhaagsche Stads Almanak voor het jaar 1836 |
Onderwerp | Gedicht |
Plaats | Den Haag |
Permalink | Open het origineel |
Inhoud bericht
De houtzaagmolen
Willem de Eerste
van den heer
A. van Gogh Jz.
Buigt, rijzige olm en linde buigt!
Houdt 't zwervende koeltje nimmer op
Wanneer het murmelt in uw top;
De wind, die door de twijgen zuigt,
Spoedt zich naar gindse molenspits
Die 't eerst de doeken tuigt.
Blaas rustloos door, ontboeide wind!
En wentel om den as en 't rad,
En trek de boomen uit het nat;
't Getande zwaard knaagt af het spint,
En klieft den beuk, den eik,
Tot plank en rib en bint.
Blaas op het zeil, en blaas het neêr!
Tot dat ge 't tuimlend hout ontvlugt;
Ga, zweef naar zoeler zuiderlucht
De bergen om, en wend en keer
Naar Neêrlands lage duin terug
En druk de wieken neêr!
Blaast, winden! langs het zeil, en loeit
Door de ongedekte vleugels voort;
Strooit sneeuw en ijs in 't nachtelijk noord,
Waar ge alles door uw adem boeit;
Maar keert terug, en drijft dit rad,
Schoon van uw' togt vermoeid.
Hier rijzen molens uit moeras,
En scheppen bodems op de zee;
De zweven waar ge zweeft ook meê:
Op zuidervloed of noorderplas;
Gij! -'t eenigst wat natuur ons schonk
Drijft onze kiel en as.
De lof des Bouwheers klinkt in 't rond.
De nijverheid, aan kunst verwant,
Schenk' heil aan 't dierbaar Vaderland.
Waar nooit dit trotse werktuig stond,
Verhoogt het onder krijg en druk
Den zwaar geschokten grond.
't Is Neêrlands vinding, waar ge op staat.
De werking ga dan rustloos voort;
't Worde om geen vreemde kunst gestoord;
Zie voorspoed met uw' vlijt gepaard:
Die onvermoeid zijn pligt betracht,
Is 's Hemels zegen waard,
Is waard dat ook dit toestel draagt
Den naam, die 's lands geschiedenis
Versiert met al wat edel is;
Van Hem, wiens wijsheid volksdeugd schraagt;
Van Neêrlands Vorst, die minzaam hoort,
Schoon zelfs een kind hem vraagt.
Zoo schonk de Vorst, op 's jongelings beè,
Dien naam, toen hij langs veld en stad
Zijn blikken wierp, zijn leed vergat
Bij bouwval en bij 't grazend vee;
Toen hij den knaap naar Niet-huis vroeg;
Niet-huis, een boere-steè,
Weleer het lusthuis van een' vrouw,
Van Vorstelijk bloed en edle deugd,
Bij wie de Koning, in zijn' jeugd
Verwijderd van het staatsgebouw,
Zijne uren sleet, nog onbewust
Wat last hij torschen zou.
Wat ooit op aard verwisselen moog',
Bij 's levens voor- en wederspoed,
En wentel' als dit windrad doet:
Dan nederwaarts en dan omhoog;
Maar Willems naam straalt van dit dak
Den naneef schoon in 't oog.
Waar is een naam die schooner blinkt?
Hij schittert in een' zonnegloed!
En stort het vuur in 't Hollandsch bloed,
Waaraan Euroop' zich magtloos drinkt,
Als 't eens dat bloed wreedaardig plengt:
Ja 't valt! - als Neêrland zinkt.
Maar zinken, - neen; het Vaderland
Zonk nooit, zoo lang bij Volk en Vorst
Het liefdevuur gloeide in de borst;
Maar vastgesnoerd door d'eendragtsband
Hielp, bij het stijgen van de nood,
Altijd Gods vaderhand.
Deez' spits moge als een' eerzuil staan,
Wanneer het late nageslacht
Bewondert onze moed en kracht,
En 't oog ontwelt een' dankbre traan
Voor 't heil dat Volk en Staat geniet
Door Neêrlands heldendaân.
Buigt, rijzige olm en linde buigt!
Houdt 't zwervend koeltje nimmer op
Wanneer het murmelt in uw top;
De wind, die door de twijgen zuigt,
Spoedt zich naar gindsche molenspits
Die 't eerst de doeken tuigt.
28 November 1832.
C. Gébel.
Aantekeningen
In deze uitgave een gedicht van de Scheveningse dichter Cornelis Gébel, smid van beroep, over de houtzaagmolen van Van Gogh. Dit ter gelegenheid van de ingebruikname van de molen in 1832.
Zie over Cornelis Gébel
https://www.dbnl.org/auteurs/auteur.php?id=gebe001
In een voetnoot wordt gemeld dat koning Willem I inlichtingen vroeg aan de zoon van Van Gogh over het buiten Niethuis, in de omgeving van Eik en Duinen. De jongen, H.H. van Gogh, vroeg daarop om toestemming om de molen naar hem te mogen vernoemen. Deze werd verleend bij kabinetsschrijven van 17-08-1832. Als standplaats van de nieuw gebouwde molen wordt vermeld: aan het begin van de Loosduinse Weg. In een later bericht is er sprake, vermoedelijk abusievelijk, van de Bezuidenhoutseweg.
Het buiten Niethuis was vanaf 1774 de verblijfplaats van de Prinses Gallitzin, echtgenote van de Russische gezant te Den Haag. Ze arriveerden in 1770 en scheidden tijdens hun verblijf in Den Haag. Zij vertrok in augustus 1779 naar Münster. De koning moet in zijn jonge jaren te gast zijn geweest op dit buiten (en daar mogelijk goede herinneringen aan hebben gehad).
Later had hij of leden van de familie een huis op Valkenbosch (zie advertentie 1838 over een vispartijtje met de zonen van de houthandelaar Van Gogh).
Zie ook
http://hemsterhuis.blogspot.com/2012/05/niethuis.html, en een documentaire van Omrop Fryslan:
https://youtu.be/HYL2BFFCZnQ en
https://youtu.be/mHYfT7TSA0A.Molens in dit bericht
Gegevens publicatie
Datum | 05-01-1836 |
Publicatie | Rotterdamsche Courant |
Onderwerp | Aangeboden |
Plaats | Den Haag |
Permalink | Open het origineel |
Inhoud bericht
Bij I. BELINFANTE, te 's Gravenhage, en bij de voornaamste Boekverkoopers ziet thans het licht: DE 'S GRAVENHAAGSCHE STADS- en RESIDENTIE-ALMANAK voor het Schrikkeljaar 1836, welke weder behelst de zamenstelling van de Hooge Collegien van Staat, breedvoerige opgaven omtrent het Gewestelijk Bestuur, de Gemeente Besturen, den Boekhandel en de Drukpers, het Provinciaal Kerkbestuur, de Provinciale Commissien van Onderwijs en der Geneeskunde, benevens de Octrooijen, welke aan de Ingezeten van Zuid-Holland zijn toegestaan. Wijders bevat dit Jaarboekje het in 1835 vastgestelde Reglement voor de Baden van de Bad-Inrigting te Scheveningen, een wijdloopig Verslag van het in 1834 in de Hofstad gehouden Algemeene Muzijkfeest der Maatschappij tot bevordering der Toonkunst, Levensschetsen van Mr. G. K. Grave van Hogendorp en van den Wel Eerwaarden Heer Ds. B. Verwey; en onder de Gedichten een van den Heer C. Gébel, te Scheveningen, getiteld: De Houtzaagmolen WILLEM DE EERSTE, van den Heer A. van Gogh Jz. De prijs van dit jaarboekje is f 1, 20 en in cartonnenband f1, 40.
Bij gemelden Boekverkooper zijn steeds verkrijgbaar: I. WETTEN EN VERORDENINGEN NOPENS DEN BOEKHANDEL EN DE DRUKPERS IN NEDERLAND; prijs 75 cent; en II. Dr. GREGORY, van Edimburg, DE VADERS NALATENSCHAP AAN ZIJNE DOCHTERS; prijs 70 cent,
Molens in dit bericht
Gegevens publicatie
Datum | 15-10-1838 |
Publicatie | Leydse Courant |
Onderwerp | Nieuws |
Plaats | Den Haag |
Permalink | Open het origineel |
Inhoud bericht
- Den 10den dezer heeft z. K. H. Prins Frederik Hendrik, derde Zoon van Z. K. H. den Prins van Oranje, op de hofstede Valkenbosch, op den Loosduinschen weg gelegen, en aan Z. K. H. den Kroonprins toebehoorende eene vischpartij gehouden. Z. K. H. had, ter bijwoning van dit partijtje, genoodigd de jonge heeren H. H. van Gogh en J. A. van Gogh, zonen van den heer A. van Gogh Jz., eigenaar van den houtzaagmolen Willem de Eerste, mede aan den Loosduinschen weg gelegen. De Rentmeester van Leersum nam aan deze uitspanning deel, welke in vrolijkheid en genoegen is doorgebragt.
Molens in dit bericht
Gegevens publicatie
Datum | 18-07-1839 |
Publicatie | Algemeen Handelsblad |
Onderwerp | Nieuws |
Plaats | Den Haag |
Permalink | Open het origineel |
Inhoud bericht
** 's GRAVENHAGE, 16 Julij. Heden middag, over twee ure, zijn HH. KK. HH. de Erfprins en de Erfprinses van Oranje aan 's Konings buiten verblijf, het Huis ten Bosch, aangekomen.
Reeds gisteren waren de burgerlijke en militaire gouverneurs dezer provincie uit deze residentie vertrokken, om HH. KK. HH. aan de grenzen van het gewest te verwelkomen. Heden morgen
Waren HH. KK. HH. de Prins en Prinses van Oranje, alsmede Hoogstderzelver dochter, H. K. H. Prinses Sophia, en derde zoon, Z. K. H. Prins Frederik Hendrik, alsmede Z. K. H. Prins Frederik, het jong gehuwde vorstelijke paar, een eind weegs, te gemoet gegaan. Ten twee ure kwam de Koning uit deze residentie, alwaar Z. M. meerendeels des morgens doorbrengt, op het Huis ten Bosch aan. Terzelfder tijd vereenigden zich aldaar al de hofstaten, de ministers en de directeur-generaal der onderscheidene departementen van algemeen bestuur. Omstreeks half drie uure stapte Z. K. H. prins Alexander, tweede zoon van Z. K. H. de : prins van Oranje, die Hoogstdeszelfs oudsten broeder en zuster te Arnhem had opgewacht en van daar de reis naar de residentie met Hoogstdezelven had medegemaakt, aan het paleis af. Weldra werd dezelve gevolgd door HH. KK, HH. de Erfprins en de Erfprinses. Z.M. de Koning benevens de Hofstaten wachtten HH. KK, HH. op de trappen van het buitenverblijf af. Uit het rijtuig getreden, had er eene allertreffendste ontmoeting tusschen Z. M., en het jong gehuwde Vorstelijke Paar plaats. De grijze Vorst sloot Hoogstd. Kleinkinderen in Zijne armen, omhelsde hen en de uit de volheid des gemoeds voortgevloeide tranen, deden zien wat de dierbare Vorst op dit oogenblik gevoelde, Ook HH. KK. HH. waren zigtbaar aangedaan over het onhaal, hetwelk hoogstd. hier ten deele viel. Eene groote en aanzienlijke menigte had zich voor het paleis vereenigd, om getuige te zijn van de intrede der jeugdige echtelingen in de nabijheid dezer residentie. Innig nam zij deel aan het waarlijk aandoenlijk tooneel, dat hier plaats vond. Luide vreugde-kreeten werden door haar aangeheven, als een bewijs van de blijdschap die haar bezielde over eene echtvereeniging, welke men hoopt dat het geluk van het vaderland en stamhuis bevorderen zal , en over de groote aanwinst van het koninklijk gezin en van geheel het land met eene vorstin over wier edele en beminnelijke hoedanigheden slechts eene stem gehoord wordt.
Kort na de aankomst van HH. KK. HH, keerden ook de overige hierboven opgegeven leden van het koninklijke gezin, die Hoogstdezelve waren te gemoet gegaan, op het Huis ten Bosch terug alwaar later ook Z Exc. de Baron A. H.C. von Wächter, minister resident van Z. M. den koning van Wurtemberg in deze residentie, die het jeugdige paar aan de grenzen des lands had afgewacht, de burgerlijke en militaire gouverneurs der provincien, de adjudanten, de kamerheeren, de staatsdames en het verder gevolg van den Erfprins en de Erfprinses aankwamen. Wij behooren ook te vermelden, dat de ingang van het Huis ten Bosch smaakvol was versierd , en dat, bij de aankomst van het vorstelijke paar aldaar, de grenadiers-wacht de honneurs, aan de leden van het koninklijke gezin verschuldigd, bewees.
Heden middag is er op het Huis ten Bosch groot familie-diner gehouden, gedurende hetwelk het korps muzijkanten der grenadiers onderscheiden schoone stukken heeft uitgevoerd.
Morgen ten één ure zal de plegtige intogt in deze residentie plaats hebben. De generaal der infanterie , gouverneur der residentie, vergezeld van den plaatselijken kommandant en van den plaatselijken staf, zullen HH. KK. HH. buiten de stadsbrug afwachten, terwijl een bataljon infanterie, benevens een eskadron kavallerie, ter wederzijde van den ingang der stad, in slagorde geschaard staan. De burgemeester en verdere leden van het stedelijk bestuur zullen HH. KK. HH. mede buiten de stadsbrug verwelkomen. Vele plegtigheden volgens het programma hebben bij de intrede van HH. KK. HH. in de Hofstad plaats. Eerst treedt het jeugdige vorstelijke paar aan het Paleis van Z. K.H. den Prins van Oranje af; daarna begeeft het zich, mede in plegtigen optogt, naar deszelfs paleis op het Plein.
Meer en meer belooft de algemeene illuminatie, zoo wat weder als toebereiselen betreft, zeer schitterend te zullen zijn. Het paleis des Konings wordt van voren geheel, tempelsgewijze, betimmerd; dat des Prinsen van Oranje prijkt aan den gevel en beneden met eene lijn W. S., onderscheiden zuilen verbinden dezelve in het midden; tegen het fraaije dakwerk van dit paleis is eene halve, breede stralen schietende zon, waarin de naamcijfers de vorstelyke jonggehuwden, waarboven eene koningskroon geplaatst is; terwijl denkelijk de nationale en Wurtembergsche vlaggen daarover zullen wapperen. Op het Plein zal de eere naald, van stadswege opgerigt, een luisterrijk gezigt opleveren. Nabij de Loosduinsche brug wordt eene sierlijke eerepoort, door eenige ingezetenen van dat gedeelte der stad opgerigt, en zullen daar eene geheele rij teertonnen worden ontstoken. De Heer van Gogh zal zijnen houtzaagmolen, even over die brug gelegen, smaakvol verlichten. De ministers en verscheiden gezanten en vele particulieren laten sierlijke illuminatiën in gereedheid brengen. Het geheel belooft dus morgen een waar vreugdefeest. Hetzelve zal nog worden opgeluisterd door het bezigtigen der illuminatie door het koninlijke gezin, dat ten dien einde ten half tien ure, in rijtuigen gezeten, de slad zal doorrijden.
Molens in dit bericht
Gegevens publicatie
Datum | 17-03-1857 |
Publicatie | Rotterdamsche courant |
Onderwerp | Nieuwsbericht |
Plaats | Den Haag |
Permalink | Open het origineel |
Inhoud bericht
— Onze stadgenooten zullen met genoegen vernemen, dat , ten gevolge van de nieuwe verandering op het brandwezen , de heer H.H. van Gogh, tot dus verre kapitein-brandmeester, door heeren Burgemeester en Wethouders tot adjunct-opperbrandmeester is benoemd. De bijzondere ijver, waarmede genoemde heer steeds zijne vorige betrekking waarnam, strekt de burgerij tot waarborg , dat het adjunct opperbrandmeesterschap aan goede handen is toevertrouwd. De heer A. van Gogh , die niet minder dan 40 jaren als assistent van den brandmeester-generaal zich bij onderscheidene branden verdienstelijk heeft gedragen , is onder dankbetuiging voor zijne aan de stad bewezen diensten door het gemeentebestuur eervol ontslagen.
Aantekeningen
Vader en zoon Van Gogh, wisseling van de wacht?
Molens in dit bericht
Gegevens publicatie
Datum | 19-06-1857 |
Publicatie | Rotterdamsche Courant |
Onderwerp | Nieuws |
Plaats | Den Haag |
Permalink | Open het origineel |
Inhoud bericht
- Het is nu omstreeks 25 jaren geleden dat de houtzaagmolen Willem de Eerste van den heer A. van Gogh J. Zn., gelegen aan den Bezuidenhoutschenweg, werd gebouwd. Toen stond koning Willem de Eerste aan den jongen knaap H. H. van Gogh goedgunstig toe dien molen naar Zijne Majesteit te noemen. In den laatsten tijd is die molen overgegaan aan den heer H. H. van Gogh alhier, die tevens een nieuwen heeft opgerigt, welke een der grootste in zijn soort is. Hij heeft het denkbeeld opgevat den nieuwen molen den naam te geven van Prins van Oranje. Tot dat einde heeft hij zich onlangs tot den Koning gewend. Het is ons aangenaam te kunnen mededeelen , dat het z. M. dezer dagen behaagd heeft den adressant te doen kennen, dat het gedane verzoek werd ingewilligd. Thans verneemt men, dat de heer H. H. van Gogh, ingevolge die welwillende beschikking, den dag van gisteren bestemd had, om den nieuwen molen den naam van Prins van Oranje te geven. Zoo als wij meldden behooren de beide molens thans dien heer toe. Zij zijn de eenigen van dien aard in deze stad en strekken niet weinig tot bevordering van handel en nijverheid in deze residentie.
Aantekeningen
Bezuidenhoutschenweg is duidelijk onjuist. In eenzelfde stuk in de Residentiebode van 19-06-1857 staat Loosduinschen weg:
https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB19:000126140:mpeg21:a00004Daarin ook nog melding van het gedicht van Gébel
Molens in dit bericht
Gegevens publicatie
Datum | 06-04-1872 |
Publicatie | Dagblad van Zuid-Holland en 's Gravenhage |
Onderwerp | Nieuws |
Plaats | Den Haag |
Permalink | Open het origineel |
Inhoud bericht
Dezen morgen omstreeks 6 ure is er brand ontstaan in de werkplaats van de houtdraaijerij van den heer G. W. Steinmetz, in de Westerbaanstraat hier ter stede.
De brand werd spoedig gebluscht met de spuit van den heer van Gogh en het personeel van diens houtzaagmolen, die zeer spoedig op het terrein aangerukt waren. Twee andere spuiten waren nog aangekomen, doch behoefden geen water te geven.
De Burgemeester, de commissaris van politie Beukman, de opperbrandmeester en de adjunctopperbrandmeester zijn bij de blussching tegenwoordig geweest.
Molens in dit bericht
Gegevens publicatie
Datum | 06-12-1886 |
Publicatie | Dagblad van Zuid-Holland en 's Gravenhage |
Onderwerp | Nieuws |
Plaats | Den Haag |
Permalink | Open het origineel |
Inhoud bericht
Op den Loosduinschen weg, vóór de houtkooperij van de firma Van Gogh & Zoon, is heden voormiddag een hulp-bestelrijtuig van de Rijks postpakketdienst in de sloot geraakt. Het voor het rijtuigje gespannen paard schrikte van de stoomtram, of liever van den stoom dien de machinist uit de locomotief deed ontsnappen.
De koetsier van het bestelwagentje geraakt mede te water, doch de conducteur wist zich in tijds te bergen. Natuurlijk zijn de pakjes, welke besteld moeten worden, allen doornat geworden, hetgeen voor St.-Nicolaassurprises en voor den smaak van lekkernijen nu eigenlijk minder bevorderlijk is, terwijl het rijtuigje belangrijke schade bekwam.
Geholpen door het personeel van den houtzaagmolen werden koetsier, paard, rijtuig en postpakketten op het droge gehaald. De koetsier bekwam ten huize van den heer Van Gogh Hzn. de noodige hulp, terwijl ook het beschadigde rijtuig en de pakketten daar voorlopig werden geborgen.
Dit is de derde maal binnen weinig tijds, dat door dezelfde redenen een rijtuig in de sloot aldaar geraakt is.
Molens in dit bericht