Kranten

Bekendmaking, ingevolge artikel 28 en volgende van het Wetboek van Koophandel.
Uit eene akte op den 16den October 1838, voor den Notaris Hermanus Meijer-Cluwen, te Amsterdam, gepasseerd (behoorlijk geregistreed), tusschen vrouwe Aleijda Viens, weduwe van den heer Hermanus Altius, buiten beroep, en wonende te Amsterdam, op de Oude Waal, voor haar zelve en namens haar nog minderjarige dochter, Margaretha Meinarda Altius, mitsgaders mejufvrouw Angthonia Brigitta Johanna Altius, meerderjarig ongehuwd en b.b., wonende te Amsterdam, op de Kalkmarkt, gezamenlijk ter eenre; en den heer Gerrit Jan Koopman, Houtkooper en houtzager, wonende aan den molen de Wip, tusschen de Raam- en Zaagmolen-poorten der Stad Amsterdam, ter anderen zijde, blijkt: dat laatstgenoemden ook na 1o. Januarij 1839, de firma Altius en Comp. (welke anderszins op dat tijdstip, ten gevolge van het overlijden ban gemelden heer Hermanus Altius zoude teniet gaan), tot den comissie-handerl in alle soorten van houtwaren, zal mogen voeren en behouden ten zijnen behoeven en risico, zonder dat de comparanten te eenre daarbij op eenigerlij wijze geïnteresseerd, responsabel of aansprakelijk blijven.
()
Uit een contract van Vennootschap, op den 28sten December 1838, voor den Notaris Hermanus Meijer-Cluwen, te Amsterdam, gepasseerd (behoorlijk geregisireerd), tusschen den heer Gerrit Jan Koopman, toen nog houtkooper en houtzager, wonende aan den molen de Wip, tusschen de Raam- en Zaagmolen-poorten der stad Amsterdam, ten eerster, den heer Theodorus Reichelt, parlikulier, wonende te Amslerdam, op de Heerengracht over de Lelijgracht, ter tweeder, en den heer N.N., mede te Amsterdam woonachtig, ter derder zijde, blijkt: dat eerstgenoemden comparant in zijne firma van Altius en Comp., de beide andere comparanten tot deelgenooten heeft aangenomen (dien ter derder zijde echter, slechts en commandite met een fonds van ƒ 25,000). Voorts, dat deze Vennootschap niets anders omvat dan den Commissiehandel in alle soorten van Houtwaren, onder de voormelde firma van Altius en C°., van welkers teekening, even als van het beheer der zaken, alleen den commanditairen Vennoot is uitgesloten. Verder, dat wanneer de verdiensten der affaires tot op eene zekere hoogte komen mogten, dien Commanditairen Vennoot het regt zal hebben, mede-teekenend en mede-werkend Compagnon in dezelve te worden, mits dat daarvan vooraf bij authentieke akte blijke; en eindelijk, dat deze Vennootschap, ingaande primo Januarij 1839 (behoudens vroegere opzegging in de gevallen daarbij bepaald), stand zal houden tot ultimo December 1849.
Uit eene akte, op den 28sten December 1838, voor den Notaris Hermanus Meijer Cluwen, te Amsterdam gepasseerd (behoorlijk geregistreerd), door de heeren Gerrit Jan Koopman en Hendrik Christiaan Meijer, kooplieden in Houtwaren aan den molen de Wip, tusschen de Raam- en Zaagmolen-poorten der stad Amsterdam , alwaar de eerstgenoemde woonachtig is, terwijl de laatstgemelden woont op de Egelantiersgracht bij de eerste Dwarsstraat alhier, blijkt: dat zij hunne als zoodanig bestaande Vennootschap, onder de firma van Koopman en Comp. daargesteld bij contract, ten overslaan van bovengenoemden Notaris, gepasseerd op den 18den December 1829 en mede behoorlijk geregistreerd, met ullimo December 1838 dissolveren, en zij beiden belast blijven met de liquidatie van alle de loopende zaken derzelve.

*(16104) Alle degenen, welke nog iets te vorderen mogten hebben van de ontbonden Firma H.C. MEIJER & COMP.. door nu Wijlen H.C. MEIJER, met den Ondergeteekende aan den Houtzaagmolen de Wip gedreven, gelieven voor 20 Julij 1842 de betaling daarvoor te komen ontvangen bij H.A. BULTMAN Hz.
AMSTERDAM, 25 Junij 1842. Op het Water, No. 97.

(7226) COENRAAD SMIT, Makelaar, zal op Maandag den 24sten Junij 1844, des avonds na Vijf Ure, in het voormalige O.Z. Heeren-Logement, door de Notarissen MEIJER CLUWEN & DEUNE, Verkoopen: De Kapitale welgebouwde en goed ter wind staande HOUTZAAGMOLEN, zijnde een Paltrok, genaamd DE WIP, met deszelfs Kapitale Dubbele HEERENHUIZINGEN, Knechtswoningen, Loodsen en verdere Getimmerten, benevens deszelfs Vaste en Losse Gereedschappen, ruime Werven, annexe Tuin- en Moesgronden, staande en gelegen op stads grond op den Stads Buitensingel tuss. de Raam- en Zaagmolen poorten, Buitenwijk 4, N°. 418. De bewijzen van eigendom en de zeer voordeelige Veilconditien zullen op den gewonen tijd bij voormelde Notarissen te zien zijn. NB. De Permissie tot Slooping van dit Perceel, indien de Kooper zulks verkiezen mogt, is reeds verzocht en verkregen.

DE ONDERGETEEKENDE heeft de eer bij deze zijne Geëerde Begunstigers te berigten, dat hij zijnen VOLMOLEN, genaamd DE EENDRAGT, VERPLAATST heeft van de Drie Baarsjes over het Tuinpad, naar den Buitensingel tusschen de Raam- en Zaagmolenspoorten, naast den Houtzaagmolen de Wip, ten einde zijne Geëerde Begunstigers in staat te stellen hunne Goederen zelve te kunnen laten bezorgen en terug halen; terwijl hij voorts bekend maakt, dat hij dagelijks voortgaat met het WASSCHEN en VOLLEN van alle Soorten van WOLLEN en KATOENEN DEKENS, TAFELKLEEDEN, KARPETTEN, GANGLOOPERS, BOEZELGOEDEREN, KOUSEN, enz. Belovende hij door eene goede en civiele Bediening zich de gunst van het Geëerde Publiek waardig te zullen maken. P. VAN SLOOTEN. (5106)

VEILING HOUTZAAGMOLEN DE WIP.
JOHs. GERs. JOSs. GEERS Hzn., Makelaar en Ondernemer van alle soorten van Publieke Verkoopingen, zal op WOENSDAG 21 DECEMBER 1881, te half Elf uur precies, op de Houtkooperij, aan den Buitensingel, links buiten de Zaagbarrière, verkoopen:
DE HOUTWAREN EN IJZERWERK
van bovengenoemden GEAMOVEERDEN MOLEN aldaar, als: 2 Molenroeden, lang 21.50 M.; Eiken Bovenas, Kruk, Eiken Balken en Ribben, uitmuntend voor Werkhout, beste grenen Balken, Ribben en Richels, Kap, Vloer- en Zijdelen, Kettings, Hengels, ijzeren en houten Hijschblokken, Touwwerk, Raden, best Eiken en Grenen BRANDHOUT en hetgeen verder daags vóór en op den Verkoopdag aldaar aan kavelingen te zien zal zijn.
(47743)