Kranten

Leiden, De Hooiberg

Gegevens publicatie

Datum31-08-1829
PublicatieLeydse Courant
OnderwerpVerkoopadvertentie
PlaatsLeiderdorp
Permalink Open het origineel
Inhoud bericht

In het laatst der maand September of begin van October dezes jaars 1829, waarvan de preciese dag en plaats nader bekend gemaakt zal worden, is men van meening publiek te veilen en te verkoopen: Twee kapitale en zeer beklante HOUT-ZAAG-MOLENS , zijnde de eene een Boven-kruijer, genaamd DE HOOIBARG, en de andere een Paltzrok, genaamd DE HARDER, met deszelfs Houtlootsen, Knechtshuizen en verder Getimmerten, benevens twee daarbij staande Woonhuizen, een Koetshuis, Stalling, Tuin en Erve, alles staande en gelegen aan de Marendijk en Haarlemmer Trekvaart nabij Leyden onder Oegstgeest. — Voorts een kapitale en zeer beklante HOUT-ZAAG-MOLEN, genaamd DE VEGTER, met de daarbij staand modern getimmerd Woonhuis, Houtlootsen, Knechtshuizingen, verdere Getimmerten en Erve, staande en gelegen, zoo aan den Lagen Rijndijk als aan den Rijn buiten de Zijle Poort der Stad Leyden onder Leyderdorp. — En eenige dagen daarna, een zeer aanzienlijke partij gezaagd en ongezaagd HOUT.

Molens in dit bericht

LeidenDe HerderKies deze molen
LeidenDe HooibergKies deze molen
LeiderdorpDe VechterKies deze molen

Gegevens publicatie

Datum07-09-1829
PublicatieLeydse Courant
OnderwerpVerkoopadvertentie
PlaatsLeiden
Permalink Open het origineel
Inhoud bericht

In het laatst der maand September of begin van October dezes jaars 1829, waarvan de precieze dag en plaats nader bekend gemaakt zal worden, is men van meening publiek te veilen en te verkoopen: Twee kapitale en wel beklante HOUT-ZAAG-MOLENS zijnde de eene een Boven-kruijer genaamd DE HOOIJBARG en de ander een Paltzrok, genaamd DE HARDER, met deszelfs Houtlootsen Knechtshuizen en verder Getimmerten, beneven twee daarbij staande Woonhuizen, een Koetshuis, Stalling, Tuin en Erve, alles staande en gelegen aan de Marendijk en Haarlemmer Trekvaart nabij Leyden onder Oegstgeest. - Voorts een kapitale zeer beklante HOUTZAAG-MOLEN genaamd DE VEGTER, met daarbij staand modern getimmerd Woonhuis, Houtloodsen, Knechtshuizingen, verdere Getimmerten en Erve, staande en gelegen, zoo aan den Lagen Rijndijk als aan de Rijn buiten de Zijle Poort der stad Leyden onder Leyderdorp. - En eenige dagen daarna, een zeer aanzienlijke party gezaagd en ongezaagd hout.

Aantekeningen

Zie o.a. A-2273 Hoogheemraadschap van Rijnland. Kaart van een houtzagerij en een huis aan de Oude Rijn nabij de Zijlpoort onder Leiderdorp, uit 1776.

Molens in dit bericht

LeidenDe HerderKies deze molen
LeidenDe HooibergKies deze molen
LeiderdorpDe VechterKies deze molen

Gegevens publicatie

Datum09-09-1848
PublicatieAlgemeen Handelsblad
OnderwerpNieuws
PlaatsLeiden
Permalink Open het origineel
Inhoud bericht

* LEIDEN, 7 Sept. Heden is in de nabijheid dezer stad buiten de Marepoort, aan den houtzaagmolen van den Heer Bronsgeest, het zesjarig zoontje van den Molenaarsknecht, dat bezig was aan de vaart te spelen, voor over in het water gevallen en verdronken.

Molens in dit bericht

LeidenDe HerderKies deze molen
LeidenDe HooibergKies deze molen

Gegevens publicatie

Datum27-01-1851
PublicatieLeydse Courant
OnderwerpVerkoopadvertentie
PlaatsLeiden
Permalink Open het origineel
Inhoud bericht

Bij de gehoudene Veiling op 24 Januarij 1851, voor den Notaris BARKEY, te Leyden, van de HOUTZAAGMOLENS c. a. aan den Maredijk onder Oegstgeest, zijn de Percelen in Bod gekomen als volgt:
No. 1. De HOUTZAAGMOLEN de Harder, op........ f 5000.-
No. 2. De HOUTZAAGMOLEN de Hooibarg, op. ... - 5000.-
No. 3. Het HEERENHUIS, op............- 3000.-
Nader verhoogd met .............- 200.-
No. 4. Het OPTREKJE, op.................. - 1125.-
No. 5. Het Perceel WEILAND, op....... - 1725.-
Nader verhoogd met .........- 100.-
No. 6. De twee Perceeltjes WEILAND, op. ...........- 415.-
Zullende de finale Gunning plaats hebben op Vrijdag den 31sten Januarij 1851, des voormiddags ten elf ure; terwijl alsnog ten Kantore van voornoemden Notaris Verhoogingen worden aangenomen tegen Genot van een vijfde van iedere Verhooging.

Molens in dit bericht

LeidenDe HerderKies deze molen
LeidenDe HooibergKies deze molen

Gegevens publicatie

Datum20-10-1859
PublicatieNederlandscheStaatscourant
OnderwerpBedrijfsinformatie
PlaatsLeiden
Permalink Open het origineel
Inhoud bericht

** Bij Acte, den 22sten September 1859 ten overstaan van den te Haarlem gevestigden Notaris Chretien Jean Gérard de Booy en Getuigen te Haarlem gepasseerd, behoorlijk geregistreerd, is door de Heeren Julius Cesar Ziegeler en Johan George Ziegeler, te Oegstgeest, de tusschen hen bestaan hebbende Vennootschap, onder de Firma van Ziegeler en Compagnie, van eene Houtzagerij en Negotie in Houtwaren, Ontbonden, te rekenen van den 1sten September 1859, en de Heer Johan George Ziegeler met de Liquidatie der ontbonden Vennootschap belasten hem het regt toegekend om gedurende zijn leven de Firma van Ziegeler en Compagnie tot uitoefening van de Houtzagerij en Houtkooperij te mogen voeren.
C. J. G. De Boor, Notaris.

Molens in dit bericht

LeidenDe HooibergKies deze molen

Gegevens publicatie

Datum20-02-1861
PublicatieLeydse Courant
OnderwerpVerkoopadvertentie
PlaatsLeiden
Permalink Open het origineel
Inhoud bericht

OPENBARE VRIJWILLIGE VERKOOPING,
in het Heeren Logement aan den Burg te Leyden, bij opbod op Zaturdag den 16den Maart 1861, en bij afslag op Zaturdag den 23sten Maart 1861, des avonds ten zeven ure, van:
No. 1. Eenen hechten, sterken, weldoortimmerden en beklanten HOUTZAAGMOLEN, genaamd DE HOOIBARG, zijnde een Bovenkruijer met 2 Houtloodsen, Meesterknechtswoning, Knechtswoning, Schuitenhuis, Balkgaten, Erf en Werf, perceeltje Land en verder Toebehooren, slaande en gelegen aan den Marendijk onder Oegstgeest, Kadaster Sectie C. Nos. 536, 537, 538, 539 en 639, te zamen groot 49 roeden en 12 ellen.
Aangeslagen in de Grondlasten over 1861 tot f 51.90.
Te aanvaarden den 1sten Mei 1861.
No. 2. Een kapitaal, hecht, sterk en weldoortimmerd HEERENHUIS EN ERVE met Tuin, Moestuin, Paardenstalling, Koetshuis, Schuitenhuis met Water, hebbende het Huis 14 Kamers, meest allen geplafonneerd, behangen en met Stookplaatsen, Provisiekamer, Dienstbodenkamer, Kartoortje, Keuken, groote Kelder, Droog- en Turfzolder en verdere gemakken, een uitgestrekt gezigt over Weiland en de Vaart hebbende, staande en gelegen aan den Marendijk onder Oegstgeest, Kadaster Sectie C. No. 443, 444, 445, 641, 442 en 640, te zamen groot 26 roeden en 04 ellen.
Aangeslagen in de Grondlasten over 1861 tot f 60.50. Het perceel No. 1 is te bezigtigen dagelijks, en het Heerenhuis des Dingsdags en Donderdags, mils vooraf bij de bewoners belet vragende.
Te aanvaarden den 1sten Mei 1861. Zijnde inmiddels nadere informatiën te bekomen ten Kantore van den Notaris A. J. RYSHOUWER, residerende te Soeterwoude nabij het Leyderdorpsche Hek, bij wien tusschen de veiling en afslag verhoogingen zullen worden aangenomen, tegen genot van één vijfde van iedere verhooging.

Molens in dit bericht

LeidenDe HooibergKies deze molen

Gegevens publicatie

Datum26-02-1861
PublicatieAlgemeen Handelsblad
OnderwerpVerkoopadvertentie
PlaatsLeiden
Permalink Open het origineel
Inhoud bericht

OPENBARE VRIJWILLIGE VERKOOPING in het Heeren-Logement aan den Burg te Leyden, bij Opbod, op Zaturdag 16 Maart 1861, en bij Afslag op Zaturdag 23 Maart 1861, des Avonds ten 7 Ure, van:
N°. 1. Een hechten, sterken, weldoortimmerden en beklanten HOUT-ZAAGMOLEN, genaamd DE HOOIBERG, zijnde een Bovenkruijer, met 2 HOUTLOODSEN, MEESTERKNECHTSWONING, KNECHTSWONING, SCHUITENHUIS, BALKGATEN, ERF en WERF, Perceeltje LAND en verder toebehooren, staande en gelegen aan den Marendijk onder Oegstgeest, Kadaster Sectie C, N°s. 536,537, 538, 539 en 639, te zamen groot 49 Roeden , 12 Ellen.
Aangeslagen in de grondlasten over 1861 tot f 51.90.
Te aanvaarden 1 Mei 1861.
N°. 2. Een kapitaal, hecht, sterk en weldoortimmerd HEERENHUIS en ERVE, met TUIN, MOESTUIN, PAARDENSTALLING, KOETSHUIS, SCHUITENHUIS, met WATER, hebbende het Huis 14 Kamers, meest allen Geplafonneerd, Behangen en met Stookplaatsen, Provisiekamer, Diensbodenkamer, Kantoortje, Keuken, groote Kelder, Droog- en Turfzolders en verdere Gemakken; een uitgestrekt gezigt over Weiland en de Vaart hebbende, staande en gelegen aan den Marendijk onder Oegstgeest, Kadaster Sectie C , N°s. 443, 444, 445, 641, 442 en 640, te zamen groot 26 Roeden, 04 Ellen.
Aangeslagen in de grondlasten over 1861 tot ƒ 60.50.
Het Perceel N° 1 is te bezigtigen dagelijks, en het Heerenhuis des Dingsdags en Donderdags, mits vooraf bij de bewoners belet vragende.
Te aanvaarden 1 Mei 1861.
Zijnde inmiddels nadere informatiën te bekomen ten Kantore van den Notaris A.J. RIJSHOUWER, residerende te Soeterwoude, nabij het Leyderdorpsche Hek, bij wien tusschen de Veiling en Afslag verhoogingen Sullen worden aangenomen, tegen genot van een Vijfde van iedere verhooging. (3216)

Molens in dit bericht

LeidenDe HooibergKies deze molen

Gegevens publicatie

Datum22-11-1861
PublicatieLeydse Courant
OnderwerpBedrijfsinformatie
PlaatsLeiden
Permalink Open het origineel
Inhoud bericht

Houthandel en Loonzagerij.
De Ondergeteekende, onlangs eigenaar geworden zijnde van den Houtzaagmolen DE HOOIBERG, staande even buiten deze Stad, aan de Marendijk, laatstelijk toebehoord hebbende aan de Heeren ZIEGELER EN COMP., alsnu gesorteerd zijnde, neemt de
vrijheid zich aan diegenen, welke hem met hunne gunst gelieven te vereeren, aan te bevelen tot het leveren van gezaagde en ongezaagde Houtwaren, alsmede tot Loonzagen. Door eene prompte en civiele bediening zal hij trachten het vertrouwen zich waardig te maken, hetwelk hij zoo ruimschoots meer dan 40 jaren met zijne andere zaken als Scheepstimmerman enz., heeft mogen verwerven.
LEIDEN, November 1861.
A. J. VAN HOEKEN.

Molens in dit bericht

LeidenDe HooibergKies deze molen

Gegevens publicatie

Datum21-04-1886
PublicatieRecht voor Allen
OnderwerpNieuws
PlaatsLeiden
Permalink Open het origineel
Inhoud bericht

Leidsche toestanden.
Heerlijke stad, dat Leiden, met zijne brassende pretmakende studenten, geleerde professoren en doktoren, weldoorvoede, rijkgekleede, 's middags pantoffelparade houdende bourgeoisie, en ..... armoê lijdende arbeiders dat 't meer dan erg is.
Deftige straten, huizen, en .... ellendige straten en kotten waar 't roetwater van de naakte muren zijpelt, de ruiten met papier dichtgeplakt en de drempels der deuren zóó fijn uitgesleten dat zonder de deur te openen kat of hond naar buiten kan om iets te verrichten; en zoo alles naar evenredigheid. Leve de welvaart en beschaving!
Maar wáár Leiden ook in ten achteren moge zijn, niet in 't ophoopen van brandstoffen voor revolutie en waarin men maar geen erg schijnt te hebben en men allerminst de socialisten van zal kunnen beschuldigen. Ook al tracht de Pres. der Leidsche afd. Alg. Ned. Werkliedenverbond, Kouw, zich verdienstelijk te maken, om door middel van bestuursbonden en coöperatie een dam op te werpen tegenover hen die, zoo 't heet, met kunstige hand rondgaan om de werklieden tot revolutie aan te sporen, (stijl 't Leidsch Dagblad) en waarbij hij heel aandoenlijk schermt met de woorden God, Eigendom enz. Zulke woorden maken nog eens indruk, ziet u, maar och als men ze eens aan 't uitzoeken ging! Neen waarde heer K. zij, die gij bedoelt, behoeven niet tot revolutie aan te sporen, de kapitalisten, de mannen van God, Eigendom enz. zullen dat wel voor hen doen, zooals ge straks zult zien, of gij moet het streven naar recht en waarheid revolutie maken noemen.
Het gevaarlijkste daarbij is, dat het degelijk vereenigingsleven, door 't lage peil van ontwikkeling en diepe bedorvenheid, zoo moeielijk ingang vindt bij de massa, ja zelfs op verregaand kinderachtige wijze wordt tegengewerkt door de politiek verknoeide burgers en werklieden; feiten daarvoor, als zijnde beneden alles, zijn der bespreking niet eens waard. Maar ook de zoogenaamde beschaafden draaien hier - erger nog dan elders — „hoog en dom in hun karnmolen om en 't overal gelezen locale blaadje is een specialiteit om stelselmatig te zorgen dat alles daarin blijft draaien onder een air van deftigheid.
Geen blad van minder politieke ontwikkeling dan 't Leidsch Dagblad, waarin men zich bepaald dom leest. Waar eenig licht is ontstoken daar is het aan 't socialisme te danken.
Dat men overigens 't socialisme overal schuwt en daarop scheldt is geen wonder. De duisternis haat 't licht en niet het minst hier te Leiden, waar vooral o. a., het sterk vertegenwoordigd orthodoxe christendom er erg bang voor is. Want schijnt in alle godsdienstige stelsels de uitzuigerij uitmuntend te passen, vooral in 't zooeven genoemde vindt het een vruchtbaren bodem. 't Is of de leerstelling dat goud en alle aardsche zaken maar slijk zijn, op hare belijders precies een tegenovergestelde uitwerking heeft, zoodra deze van dat slijk in 't bezit zijn.
Het gepaard gaan van „vroomheid en „inhaligheid is dan ook spreekwoordelijk. Bewijzen hiervoor zijn overbekend bij 't volk. Toch moeten wij bij deze eenige verregaande uitzuigerijen aan den kaak stellen en der vergetelheid ontrukken, door zich bij voorkeur noemende christenen bedreven. Misschien ook dat velen door de macht der gewoonte geen erg hebben in de gruwelen op hunnen evenmensch gepleegd en zij door 't socialisme tot inzicht hunner wandaden komen. Wij zullen tenminste zorgen dat zij dit onder de oogen krijgen. Wie weet! Misschien denkt menigeen hierbij wel aan des Moorman's huid en des luipaard's vlekken! Hallo veel is en zal er altijd wel verborgen blijven, veel wordt er onder de werklieden gesmoord, uit vrees voor dat weinige dat men nog heeft te verliezen, maar toch komen ons van tijd tot tijd staaltjes ter ooren, welke de veelal ondoordringbare eigenlijke toestanden der arbeiders eenigzins schetsen, den rechtschapen mensch van verontwaard ging doet gloeien en het bewijs leveren hoe laag het menschdom, met al zijn geroep over goddienen, gezonken is.
Gaan we o. a. maar eens naar de houtkooperij en zaagmolens van den heer Noorman buiten de voormalige Wittepoort.
Ziet ge daar dien ouden grijsaard zwoegen onder een zwaar stuk hout?
Van jongs af aan was hij daar werkzaam en ofschoon hij arm is gebleven, heeft zijn patroon gedurende dien tijd aan hem en anderen, kapitalen verdient.
Hij, „de oude Simon was in zijn tijd een ware Hercules, voor drie man sterk, zoo konstateeren zijn kameraden en hoewel nu afgebeuld kan men 't hem nog aanzien. En wat was 't leven op zijn ouden dag voor zijn eerlijke trouw en zwaren arbeid, waarvan de vruchten door zijn patroon werden opgeslokt? Schrik niet lezer, hoewel op dat gebied uwe ooren niet verwend zijn.
Voor eenige jaren reeds, wel oud wordende, maar toch nog zeer kras, werd hem (om te beginnen) zijn brandhout ontnomen. Dit brandhout is op zaagmolens van geen waarde, dus dit beteekende natuurlijk: de tijd nadert dat je opraakt, maak dat je wegkomt.
Maar.... waar moest de man heen? Hij bleef en.... zijn loon werd met twee gulden verminderd d.w.z. van 700 cent op 500 cent in de week gebracht. Hij zwoegt en slaaft nog en wat zal het einde zijn? Doch genoeg ik moet kort zijn, het overige laat zich hieruit best afleiden.
Begeven we ons nu eens naar een dito industrie van de Gebr. Hoeke, Marendijk en Haven alhier.
Op deze inrichtingen ziet men ook nog de lijfeigenschap in volle kracht, de traditioneele strop om den hals ontbreekt nog maar, ofschoon onnoodig, daar alle vrijheidsvuur bij die menschen schijnt uitgedoofd.
Hoort, hoe deze brave godvreezende patroons hunne evenmenschen (sommigen nog wel hun medebroeders in den Heere!) exploiteeren.
Aldaar varieerden 't vorige jaar de loonen van f 6.50, f 7, f 8, f 9 en de meesterknecht f 10 met vrije brand, (alles loonen voor gehuwde lieden) Daar moet af minstens f 1 voor huis(?)huur, neen voor varkenshokken, althans 3 woningen op 't erf dier heeren aan de Marendijk zijn geen beteren naam waard en 't is onbegrijpelijk hoe een christenmensch zich niet schaamt daar een ander christenmensch in te stoppen, en dat nog wel een eerlijk werkmensch!
Bij deze loonen is de arbeidstijd bij wind des zomers van 5-9 ure, geen wind tot 's avonds 7 ure; daarvan gaat af 2 uren schoft per dag. Om eens iets te noemen. Aldaar werkt of heeft gewerkt een jongmensch, ruim 20 jaar oud, wiens slijtage ons een denkbeeld zal geven wat deze voor 450 cents per week moest verrichten.
Per jaar vier nieuwe boezeroenen, een paar klompen in de twee, soms anderhalve week en twee broeken van 4 gulden per stuk per jaar. Arme moeder, die voor zoo'n knaap verstellen moet, daarvoor kwam haar wel eenige guldens in de week toe, want men begrijpt dat 't zoolang mogelijk mee moet. Toen de jongen om opslag vroeg, kreeg hij ten antwoord van zijn allerliefsten patroon: „Verdien je nu nog niet genoeg?
Toch waren bovengenoemde loonen nog te hoog en, o gruwel! met 't begin dezes jaars werden allen (uitgezonderd deze jongen') met 50 pCt per week verminderd, nadat hun vooraf nog een uur schoft was ontnomen en men in plaats van in den winter met donker naar huis tot 8 uur 's avonds moest werken. Dan eerst kunnen ze voor hun brandhout gaan zorgen, aan welks futloos hout vooral dezen winter geen hakken en aanhalen aan is, dat is licht te begrijpen. Daarbij dient nog vermeld dat om de maat vol te meten, van sommigen de huishuren werden opgeslagen en ..... een oud scheepmaker (men houdt er een schuitmakerij ook) welke de Gebr. Hoeke 56, zegge zes-en-vijftig jaren trouw en eerlijk heeft gediend en 500 cent in de week verdiende, werd ontslagen met..... niets. Ga heen en word warm. Van zulke weekloonen kan dan ook nog wel wat af!! Eenige schade wellicht door de heerschende malaise mocht hun God-kapitaal dan ook niet lijden, en hoeveel die Heeren – ze zijn rijk - daarook van bezitten, die schade moest op die menschen hun halve boterham worden verhaald, schandelijk misbruik van hunne weerloosheid makende, om zich tegen zulk een hongerloon te verzetten. Immers die heeren rekenen er op, dat de hongerzweep hen dadelijk ten dienste staat en de arbeider dwingt zich tegen elken prijs te verkoopen. Het komt bij dergelijke heeren niet op, dat zijne arbeiders hun kapitaal hebben voortgebracht of vermeerderd en hij door 't ellendig maatschappelijk stelsel geholpen, de vrucht van hun arbeid alléén voor zich behoudt tegen alle recht en billijkheid in.
Doodleuk zeggen ze: Ik kan hen of anderen voor dien prijs krijgen dus ik geef niet meer. Net of 't koopwaar is! Of 't menschen zijn en als zoodanig behoeften hebben, broeders, kinderen van één Hemelschen Vader, volgens 't Christendom, och! wat bekreunen ze zich daarom, al durven zij zich nog wel bij voorkeur Christenen noemen. Bah! voor zulk een Christendom! Zou de Christen, Kater, zulke patroons nog geen uitbuiters noemen, waar gehuwde lieden zwaar werk moeten verrichten, voor 500 centen, zegge vijf honderd centen per week, bij een werkdag van veertien à vijftien uren daags? Hoe lang zal 't nog duren eer zulk een slavernij en huichelachtig christendom verpletterd wordt? Gelukkig begint het volk meer en meer in te zien, dat de zoogenaamde godsdienst niets anders is dan een middel - evenals opium en jenever - om hen in een toestand van bedwelming te houden. Wie denkt hierbij nog niet aan den vromen meesterknecht op de fabrieken, o. a. de bekende P.
O! als we aan onze arme schapen van kinderen denken en de zorg en opoffering waaronder de werkman ze moet grootbrengen, om ..... wellicht later in de klauwen van dergelijke geldwolven te vallen en zich voor een appel en ei moeten afbeulen. En zulke lieden worden in onze allerbeschaafste maatschappij, als „geachte ingezetenen ingedeeld, zelfs een van bovengenoemde heeren is lid van den gemeenteraad.
Maar éénmaal en spoedig breekt de tijd aan dat er met dergelijke geachte ingezetenen afrekening zal worden gehouden. De betaaldag van 't proletariaat breekt aan!
(Wordt vervolgd.)

Molens in dit bericht

LeidenDe EendrachtKies deze molen
LeidenDe HeesterboomKies deze molen
LeidenDe HooibergKies deze molen

Gegevens publicatie

Datum27-06-1921
PublicatieAlgemeen Handelsblad
OnderwerpNieuws
PlaatsLeiden
Permalink Open het origineel
Inhoud bericht

• LEIDEN 27 Juni. Den 1sten Juli a.s. zal het 100 jaar geleden zijn dat de grondslag gelegd werd van den Houthandel, Stoomzagerij en Schaverij ,,De Rijn van de firma Gebroeders van Hoeken alhier. Het bescheiden werfje, waarmede de heer A. J. van Hoeken begon, breidde zich gestadig uit, er werd eerst een houthandel aan verbonden en weldra een houtzaagmolen. In 1877 werd de scheepsmakerij afgebroken en een nieuwe machinale houtzagerij opgericht. In 1894 brandde dit gebouw af en werd nu uitgebreid met een schaverij en droogkamers. In 1901 ging het toen nog nieuwe gebouwencomplex nogmaals door het vuur verloren. De firma besloot toen de zagerijen schaverij over te brengen naar een inmiddels gekocht terrein aan den Rijn onder Leiderdorp. In 1906 brandden ook deze gebouwen weder af.

Molens in dit bericht

LeidenDe HooibergKies deze molen

Gegevens publicatie

Datum02-11-1985
PublicatieLeidse Courant
OnderwerpGeschiedenis
PlaatsLeiden
Permalink Open het origineel
Inhoud bericht

Zie het originele artikel.
Over de geschiedenis van de eerste twee paltrokken, de Herder en de Hooiberg.
Volmolens aan de Mare en de Marendijk.

Aantekeningen

Over de geschiedenis van de eerste twee paltrokken, de Herder en de Hooiberg.

Molens in dit bericht

LeidenDe HerderKies deze molen
LeidenDe HooibergKies deze molen