Kranten

Men is van meeninge in de aanstaande Maand Maart dezes Jaars 1801; in het Logement aan den Burgh binnen.Leyden, publicq te doen Veylen ende te Verkoopen: Twee extraordinaire hegte, sterke, zeer welgelegen en gerenomeerde HOUT-ZAAGMOLENS, als de eene zynde een Agtkante, van ouds en nog genaamd DE VEGTER, met deszelfs groot, hegt, sterk en binnen weinige Jaaren uit de grond nieuw opgetimmerde Huizinge en Erve, voorzien met diverse zo behange als onbehange Kamers en Vertrekken, mitsgaders extra ruime Hout-Lootsen, Knegts Huizinge, Schuiten-Huis en verdere Getimmerte daar aan gehoorende, staande en geleegen zo aan den laagen Rhyndyk, als aan den Rhyn, buiten de Zyle Poort der Stad Leyden; mitsgaders een goed deegelyk partye WEY- of HOOY-LAND, groot omtrend vier Morgen 134 Roeden, geleegen aan den Rhyn, tegens over de zo even gemelde ZAAG-MOOLEN; Ende de andere, zynde meede een Agtkante HOUT ZAAG-MOLEN, van ouds genaamd POST LUST, met derzelver extra ruime welgeconditioneerde HUIZINGE en ERVE, Lootsen, Schuiten-Huis, Knegts-Huizinge en verdere Getimmerte; mitsgaders een extraordinaire Vrugtdragende wel bepoote en beplante SPEEL-TUYN en SPEEL HUIZINGE; alles staande ende geleegen aan de Miening ,omtrend de Noord-Buurt, in de groote West-Eindiesche Polder, onder den Ambagte van Soeterwoude. Zynde inmiddels nadere Informatie te bekoomen aan de eerstgemelde Moolen, als meede ten Comptoire van den Notaris JAN VAN DEN BROECK, te Leyden voorsz.

In het laatst der maand September of begin van October dezes jaars 1829, waarvan de preciese dag en plaats nader bekend gemaakt zal worden, is men van meening publiek te veilen en te verkoopen: Twee kapitale en zeer beklante HOUT-ZAAG-MOLENS , zijnde de eene een Boven-kruijer, genaamd DE HOOIBARG, en de andere een Paltzrok, genaamd DE HARDER, met deszelfs Houtlootsen, Knechtshuizen en verder Getimmerten, benevens twee daarbij staande Woonhuizen, een Koetshuis, Stalling, Tuin en Erve, alles staande en gelegen aan de Marendijk en Haarlemmer Trekvaart nabij Leyden onder Oegstgeest. — Voorts een kapitale en zeer beklante HOUT-ZAAG-MOLEN, genaamd DE VEGTER, met de daarbij staand modern getimmerd Woonhuis, Houtlootsen, Knechtshuizingen, verdere Getimmerten en Erve, staande en gelegen, zoo aan den Lagen Rijndijk als aan den Rijn buiten de Zijle Poort der Stad Leyden onder Leyderdorp. — En eenige dagen daarna, een zeer aanzienlijke partij gezaagd en ongezaagd HOUT.

In het laatst der maand September of begin van October dezes jaars 1829, waarvan de precieze dag en plaats nader bekend gemaakt zal worden, is men van meening publiek te veilen en te verkoopen: Twee kapitale en wel beklante HOUT-ZAAG-MOLENS zijnde de eene een Boven-kruijer genaamd DE HOOIJBARG en de ander een Paltzrok, genaamd DE HARDER, met deszelfs Houtlootsen Knechtshuizen en verder Getimmerten, beneven twee daarbij staande Woonhuizen, een Koetshuis, Stalling, Tuin en Erve, alles staande en gelegen aan de Marendijk en Haarlemmer Trekvaart nabij Leyden onder Oegstgeest. - Voorts een kapitale zeer beklante HOUTZAAG-MOLEN genaamd DE VEGTER, met daarbij staand modern getimmerd Woonhuis, Houtloodsen, Knechtshuizingen, verdere Getimmerten en Erve, staande en gelegen, zoo aan den Lagen Rijndijk als aan de Rijn buiten de Zijle Poort der stad Leyden onder Leyderdorp. - En eenige dagen daarna, een zeer aanzienlijke party gezaagd en ongezaagd hout.

*** Een PERSOON van middelbare jaren, en van goede getuigschriften voorzien, biedt zijnen dienst aan als MEESTERKNECHT op een Houtzaag-Molen, heeft dat vak vijftien jaren bediend en is aan hetzelfde kantoor vijf en twintig jaren werkzaam geweest, doch nu door Sterfgeval der Heeren buiten betrekking; hij bezit de noodige bekwaamheden tot het Zagen van Molenroeden, Assen, Kuipen, Voeringen enz. - Iemand hierop reflecterende, verzoeke men zich te adresseren, onder Lett. Z, bij A. VAN BENTEN, Boekverkooper te Leyden.

UIT DE HAND TE KOOP het BINNENWERK van een ZAAGMOLEN, Bovenkruijer, met alle de Losse GEREEDSCHAPPEN en al hetgeen tot een goeden en in orde zijnde Molen behoort; benevens twee groote HOUTEN LOODSEN, zeer gemakkelijk om te water te vervoeren. Adres in persoon of brieven franco bij C.H. MOENS, aan den Molen de Vegter, even buiten de Zijlpoort der stad Leijden.

* De Ondergeteekende eigenaar geworden van de gewezen Houtzaagmolen van wijlen de Heeren BRONSGEEST, staande buiten de Zijlpoort der Stad Leyden, heeft dezelve ingerigt tot een OLIE-MOLEN, die thans werking gebragt is; dus van nu af aan te bekomen : Zuivere LIJN- en RAAP-OLIE met derzelver Koeken; verzoek een ieders gunst en aanbeveling, met belofte eener prompte en civiele bediening .
Leyden 17 November 1830.
C.H. MOENS.

Te Leiderdorp bestaat van oudsher een voorspelling, die luidt, dat de oliemolen aan den Zijldijk zal af branden, als hij roode en witte zeilen voert. Evenals de meeste voorspellingen nooit in vervulling komen, zal ook die molen er wel buiten kunnen vallen; althans hij wordt over eenige weken afgebroken. Op het erf komt binnen kort een stoomolieslagerij in werking.
(L. Ct.)

Leiden, 29 Augustus. Gisteren namiddag, ongeveer vier uren, werd brand ontdekt in de oliefabriek De Vechter, van den heer Helling, onder Leiderdorp, in de onmiddellijke nabijheid van Leiden. Reeds spoedig bleek, dat aan het behouden van het fabrieksgebouw geen denken was, zoodat de inmiddels aangerukte dorpsspuit zich bepaalde tot pogingen om het belendende woonhuis te behouden. De snel aangerukte Leidsche spuiten waren tegen 10 uren in den avond het vuur meester in de onmiddellijke nabijheid van het woonbuis, dat dan ook geheel behouden is gebleven. Uit dat gedeelte der fabriek echter, waar de oliebakken lagen, sloegen nog steeds de vlammen omhoog en den geheelen nacht door werd door twee spuiten veel water in de vlammen geworpen, doch van blusschen was geen sprake. Heden ochtend nog beletten de brandende en rookende puinhoopen de cavalerie, die tegen 10 uren daarlangs wilde trekken, den doortocht en zelfs tegen den middag waren de vlammen nog niet geheel gedoofd.
De oorzaak van den brand is onbekend; er was tot in den nacht en in de laatste dagen en nachten zeer druk gewerkt. Boven de ingevallen muren steekt de groote schoorsteen ongedeerd omhoog.