Kranten

OPENBARE VRIJWILLIGE VERKOOPING.
Ten overstaan van den Notaris Mr. J. DE KONING, in het Logement de Gouden Leeuw, in de Prinsestraat te Dordrecht, op Zaturdag den 6den en 13den October 1860, beiden des voormiddags ten elf ure, van:
No. 1. Een gunstig gelegen achtkanten WIND-HOUTZAAGMOLEN, genaamd DEN NIEUWEN EENDRAGT, met daarbij behoorende ruime Loodsen Erven , Balkgaten, benevens Molenaarshuizen, Steenen Koepel en Kraan, alles staande en gelegen aan en bij elkander, onder de Gemeenten Dordrecht en Dubbeldam, aan de Lage Bakstraat.
Nos. 2—8. Eenige hechte, sterke en goed onderhoudene HUIZEN en ERVEN, alsmede open ERVEN en ruime LOODSEN, alles staande en gelegen te Dordrecht.
No. 9. Eene ruime SCHEEPSTIMMERWERF met SCHEEPSHELLING, genaamd DE WERF DEN ORANJEBOOM, gelegen te Dordrecht aan de Spuihaven, benevens drie hechte sterke HUIZEN met ruime LOODS en ERVEN.
N°. 10. Eene goed onderhoudene MASTENMAKERSLOODS en ERF, de Loods ter lengte van 30 Ned. Ell. en ter breedte van 7 EIL, 3 Palm, met uitmuntenden Malzolder daarboven, mitsgaders een hecht en sterk HUIS en ERF, met TUIN daarachter; staande en gelegen aan en naast elkander te Dordrecht aan de Hellingen en strekkende tot aan de Spuihaven.
Alles te aanvaarden den 1sten December 1860, met uitzondering van enkele Huizen, welke zijn Verhuurd.
Te bezigtigen den 4den, 5den , 11den en 12den October 1860, met een Consent-Biljet van voorn. Notaris, van des middags 12 tot 3 ure.
Zijnde het te Verkoopene breeder omschreven bij Biljetten en in de Dordrechtsche en Nieuwe Rotterdamsche Couranten van den 23sten September, alsmede in het Advertentie-Blad van den 24sten September 1860.
Na den afslag der voormelde Onroerende Goederen, op Zaturdag den 13den October 1860, zullen alsnog worden Verkocht: Eenige WERKTUIGEN en GEREEDSCHAPPEN, aan of in voormelden Molen en Scheepstimmerwerf en de Loods onder No. 10 vermeld, aanwezig.
Nadere onderrigting te bekomen, ten Kantore van voorm. Notaris te Dordrecht in de Groote-Kerksbuurt.

GEVEILD. 6 October. No. 1. Een Achtkanten WIND. HOUTZAAGMOLEN, genaamd: den Nieuwen Eendragt, en verdere GEVOLGEN, aan de Lage Bakstraat, E 499. In trekgeld f 6800, aan den heer L. Ponsen, Timmerman.

OPENBARE VERKOOPING, Te Dordrecht, op Vrijdag 28 Juni 1867, te 12 ure, in het Logement den Gouden Leeuw aan de Prinsenstraat, door den Notaris BLUSSÉ, van:
1°. Den OPSTAND tot Amotie van den bij zonder sterk gebouwden
WIND-HOUTZAAGMOLEN,
GENAAMD
den Nieuwen Eendragt,
Staande te Dordrecht, aan de Lage Bakstraat, get. E 499.-- Voormelde Molen is door deszelfs soliede constructie zeer geschikt tot het zagen der zwaarste Eiken en andere Houtsoorten, en dagelijks te bezichtigen met Consentb. van gem. Notaris.
En 2°. Eenige MOLENAARSGEREETSCHAPPEN, zoo als Zagen, Zeilen, Haken enz., welke 4 dagen vóór den Verkoop genummerd zullen liggen in gezegden Molen en aldaar kunnen worden bezichtigd van 11 tot 4 uren.

Molens bij Dordrecht.
De tijden zijn lang voorbij dat de omgeving van Dordrecht in het bijzonder den Noordendijk en den 's-Gravenlandschendijk met allerlei molens gestoffeerd was. Het begon in het laatst der 16e eeuw met vol- en tras- en papiermolens. Sedert 1603 kwamen de houten watermolens; voor de graanbelasting stonden aan de ingangen der stad de steenen korenmolens en tegen het einde der 17e eeuw werden de talrijke houtzaagmolens gebouwd. Het waren palhokken, die op hun voet moeten draaien, of bovenkruiers, waarvan alleen de kap draaide. Langs de beide genoemde dijken stonden voornamelijk zaagmolens, maar aan den 's-Gravendeelschen stonden ook enkele oliemolens.
Aan den Noordendijk vond men aan de Kraker, het Fortuin, de Zwaan, de Hoop, de Nachtegaal, de Duinen, de Windhond, de Jager, benevens den steenen korenmolen de Kijk over den Dijk. Al deze molens, die aan den dijk een schilderachtig aanzicht gaven, getuige de vele mooie teekeningen en prenten, zijn in het laatst der 19e eeuw alle gesloopt op de Nachtegaal en de Kijk na. Zij moesten met hun balkgaten, beksteigers en werven plaats maken voor stoomzagerijen. Naar men verneemt, zal de laatste houtzaagmolen, die reeds buiten gebruik was gesteld, ook gesloopt worden en loopt de hooge steenen molen, de Kijk over den Dijk wegens de toenemende uitbreiding der electrische centrale ook gevaar van te moeten verdwijnen.
Aan den 's-Gravendeelschen dijk is de slooping der molens eveneens bijna voltooid. Van de vele molens, die daar en aan het Weeskinderendijk stonden, is niet veel meer over.
De Nieuwe Eendracht, de Zwaan, de Hoop, de Kleine Noorsche Boer, de Oude Zager, de Zeelt, de Goede Verwachting (deze heeft slechts van 1858 tot 1865 bestaan), de Valk, de Kalkoor, voorheen de Oranjeboom, de Oude Ruijter, de Stad Middelburg, enz. zijn op enkele na verdwenen. Het waren houtzaag-, olie- of trasmolens.
Was voorheen het gezicht op den dijk buitengewoon schilderachtig en levendig, thans is het vrij troosteloos, nu enkele fabrieken de ledig gekomen plaatsen bezetten: Het Hollandsche landschap op het Dordtsche eiland is er in de laatste veertig jaren niet op vooruitgegaan, want ook de watermolens der polders zijn door stoomgemalen vervangen, en onder sloopershanden gevallen. De vereeniging De Hollandsche molen kan hier niets meer redden.