Kranten

Uit de hand te koop, een welgelegen en welbeklante HOUTKOOPERY, met deszelfs Woonhuis, twee Houttuinen, drie Pakhuizen, Wallen, en de helft in den Zaagmolen DE HOOP , met alle het gezaagde en ongezaagde Hout daar toe behoorende.—
Noch de helft in den Zaagmolen DE WOLF, met de helft in de Houtkoopery daar by gedreven wordende. Alles nagelaten door de Heeren VOGEL en VAN STRALEN, te Hooren. Te bevraagen aan het Woonhuis voornoemt.
()
J. Bynema, Makelaar, zal op Donderdag den 23 Maart, 's middags om één uur, in de Herberg de Otter te Westzaandam verkoopen: Een kapitaale WAGENSCHOT-ZAAGERS MOOLEN, met deszelfs Schuuren en verdere Getimmertens, genaamt de VERGULDE HOORN; als mede een groote party gezaagde en ongezaagde HOUTWAAREN, van Wageschotten, Pyphouten, Vathouten, halve Vathouten en:Klossen, waar van de Notitien in tyds by gemelde Makelaar zyn te bekomen.

Jan Temme, Adolph Schellinger en Evert van Loeden, Makelaars, zullen op Saturdag , den 14 Juny, 1788, in de Schutters Doelen, te Hoorn presenteeren te verkoopen: Een extra florisante HOUT-KOOPERY, staande en geleegen achter de Vrouwen-Kerk, binnen de Stad Hoorn, met alle deszelfs Huizingen, Pakhuizen , Houttuinen, Lootsen, Stallinge en Wagenhuis; alsmede de Helft in de HOUT ZAGERS MOOLEN de Hoop; dezelve is inmiddels uit de hand te koop: Te bevragen by gemelde Makelaars.

HOOFDSTUK XIV.
Ambachts- en Fabrieknijverheid.
Geene Fabrieken of Trafieken zijn te niet gegaan, en is in het algemeen de Fabriekmatige Nijverheid voor zoo verre die in deze Gemeente wordt gevonden, niet achteruitgegaan.
Men vindt hier :
3 Wind-Houtzaagmolens, arbeidende met 12 werklieden.
3 Wind-Korenmolens, met 6 werklieden.
1 Wind-Pelmolen, met 2 werklieden.
2 Cementmolens, welke door Paarden worden in beweging gebragt, ieder met 3 werklieden.
2 Smeersmelterijen, tevens Vellenblooters en Huidenzouters met 4 arbeiders.
3 Kaaskoppen- en Malendraaijers, door Paarden in beweging gebragt wordende, met 6 arbeiders.
1 Blaauw- en Zwartverwerij met 4 arbeiders.
2 Pompenmakerijen, ieder met 2 arbeiders.
1 Bokkingrookerij.
1 Zuurkoolinmakerij, door welke in 1853, ruim 4500 Ned. # Zuurkool werdt afgeleverd.
4 Kuiperijen en Vaatwerkmakerijen werkende met knecht.
1 Zoutziederij met 2 pannen en bediend door 2 arbeiders.
1 Zeepziederij met 2 pannen, waarvan 1 in gebruik, alsmede 6 loogbakken, met 2 arbeiders.
1 Azijn fabriek, als Rozijn-Azijnmaker 3de klasse, met twee tweelingskuipen, als Snel-Azijnmaker met 14 Snelkuipen, met 2 arbeiders.
De uitslag naar buitenlands bedroeg 104 vaten 46 kannen meer dan in 1852.
1 Bierbrouwerij, hebbende 1 roerkuip met 3 afmetingen, met 2 arbeiders, het getal brouwten was gelijk aan dat in 1852.
1 Bloemkoolzouterij in welke gedurende vijf Weken zijn werkzaam geweest een dertigtal arbeiders meest Vrouwen en Kinderen, de uitvoer van deze Fabriek bedroeg in 1853, 606 Oxhoofden of 361 Oxhoofden meer dan in 1852.
Voorts :
18 Tabakskerverijen, te zamen met 24 werklieden arbeidende.
2 Sigarenmakerijen, waarvan 1 is werkende met 31, de andere met 2 knechts.
1 Touwslagerij met 3 arbeiders.
1 Vloerkleeden Fabriek met 8 arbeiders.
De Linnenweverij van de Vaderlandsche Maatschappij, met 70 arbeiders.
Bij de drie laatstgenoemde Fabrieken bestaat over het algemeen geen vooruitgang, waarvan de rede moet worden gezocht in de moeijelijkheid der concurrentie van handen arbeid tegenover machinerie en invoer van buiten. Het bedrag der dagloonen is voor: Ambachtslieden des Zomers van f 1,10 à f 1,20.
Idem >> Winters » » 0,80 à » 0,90. Sjouwerlieden » Zomers » » 0,75 à > 0,80.
Idem > Winters > > 0,50 à » 0,60.
Stoomwerktuigen zijn hier niet aanwezig, als ook geene nieuwe werktuigen en verbeteringen ingevoerd, of nieuwe Fabrieken opgerigt.
Eindelijk maakt zoo alsmede bij het Verslag van 1852 werd aangemerkt. het vak van Goud- en Zilversmeden albier, een zeer belangrijk artikel van Nijverheid uit, het getal bazen daarin werkzaam, bedroeg in het afgeloopen jaar 15, het getal der door deze gebezigden werklieden pl. m. 40.
De hoeveelheid Goud en Zilver, door eerstgenoemden van 1 Maart 1853, tot 1 Maart 1854, aan het kantoor van Waarborg te Alkmaar ingezonden, bedraagt 46250 Wigtjes Gouden en 36510 Wigtjes Zilveren nieuw vervaardigde werken; 479 Wigtjes oud Goud en 6980 Wigtjes oud Zilver, waarvoor aan regten ten behoeve van het Rijk is betaald f 6808,37.
Het moet dus bevreemding blijven wekken dat het belang van het zoo aanzienlijk getal alhier in dit artikel werkende en handeldrijvende personen, zoo zeer is uit het oog verloren, en met voorbijgang van deze Stad bij het Koninklijk Besluit van 4 December 1852 op andere plaatsen kantoren zijn gevestigd, in welke dat artikel op lang na, niet op die groote schaal wordt uitgeoefend als in deze Stad, en zulks niettegenstaande door de ten deze gehoorde ambtenaren van het vak, zoo men meent eenstemmig voor de vestiging alhier is geadviseerd, op grond van het belang der hier gevestigde handelaren, op grond van de meer geschikte ligging dezer plaats, op grond van het meer belangrijke Fabriekaat alhier, dat ruim 2/, bedraagt van dat in alle de plaatsen van de beide Arrondissementen, en eindelijk in het belang van het Rijk, zoo, om de moeijelijkheid van het aanhoudend toezigt, als om de meerdere kosten voor het Rijk, bij de vestiging van het kantoor te Alkmaar, aan het houden van dat toezigt verbonden.
Tot staving van de meer geschikte ligging van Hoorn, en de meerdere kosten bij de vestiging te Alkmaar aan het houden van het toezigt verbonden, zij het genoeg aan te merken, dat om van bier Alkmaar, de Helder, Monnickendam, Edam, Purmerend, Medemblik en Enkhuizen te bezoeken, men een afstand heeft af te leggen van 34 uren, terwijl men van Alkmaar moet afleggen een afstand van 44 uren, om Hoorn en verder genoemde plaatsen te bezoeken, bij elk bezoek heen en terug een verschil van 20 uren.

V. Ter visie gelegen hebbende het in dato 16 October II. door Burgemeester en Wethouders, behoudens nadere goedkeuring dezer vergadering aangegaan contract met den Heer Cornelis Zijp, Houtkooper te Wognum, omtrent het leggen en voortdurend onderhouden van een bruggetje even voorbij diens Houtzaagmolen aan het looppad naar de Groote Waal.
Wordt besloten dit contract goed te keuren en te bekrachtigen en Burgemeester en Wethouders te kwalificeren de grosse daarvan te doen overschrijven ten kantore van hypotheken.

IX. Rapport van de finantiëele commissie omtrent het in der tijd gedane voorstel tot amotie van de ophaalbrug en Overtoom te Avenhorn, met bijbehoorende stukken.
De conclusie van het rapport strekt om de Overtoom te behouden en die nogmaals te herstellen.
De Voorzitter ligt het onderwerp nader toe, waarna de hh. Bloem Graftdijk , Booij Heule en Kroon dienaangaande het woord voeren zoowel voor als tegen het behoud met aanvoering van deugdelijke gronden.
De Voorzitter gaf de gronden aan waarop bij het behoud van de beide Overtoomen te Avenhorn en te Hoorn niet volstrekt noodzakelijk achtte.
De heer Graftdijk bevestigde dat gevoelen door te verklaren, dat de aanvoer van hout over zee zeer goed en voordeeliger kan geschieden dan over Avenhorn. Evenwel voor de houtzaagmolen de Hoop was het behoud van den Overtoom te Avenhorn volstrekt noodzakelijk. Om die reden zou hij voor de conclusie aan het rapport stemmen. De heer Bloem wees er op dat het belang der gemeente zeer zou gebaat worden door het behoud en herstel der beide Overtoomen, omdat de houtzaagmolens hier bestaande aan velen brood verschaffen, zoodat die inrigtingen door het opheffen daaronder zouden lijden. Hij verklaarde voorts dat geen eigen belang hierbij inspel was, maar dat hij in het algemeen belang sprak; dat bij groote moeijelijkheden bleef zien in den aanvoer over zee en dit reeds tot zijne schade had ondervonden.
De heer Groot vroeg of er geen regten werden geheven op het gebruik dier Overtoomen, waarop de Voorzitter verklaarde dat zij niet in de gemeentekas vloeiden. De heer Bloem zeide dat hij ze wel degelijk betaalde en dit kon aantoonen. Deze zaak werd nader opgehelderd en toegeligt. Eenige punten werden nog besproken tusschen den Voorzitter en de hh Bloem en Graftdijk, over het veranderen der brug te Avenhorn, ten gevolge waarvan een vernieuwd en deugdelijk onderzoek zal plaats hebben. De heer Graftdijk beweerde dat de begrooting der kosten te hoog was wijl daarvan niet afgetrokken was de amotie.
In stemming gebragt zijnde of de conclusie van het rapport al dan niet wordt aangenomen bleek dat er 41 stemmen voor en die van den Voorzitter tegen waren.
Vervolgens is de herstelling, in overleg met deskundigen, opgedragen aan hh. Burgemeester en Wethouders.

BINNENLANDSCHE BERICHTEN
Dinsdagmorgen had de timmermansknecht P.S., bij het overeind zetten van een spant op de nieuw te bouwen houtloods bij de houtzaagmolen de Hoop onder deze gemeente, het ongeluk naar beneden te storten. Bewusteloos en als dood werd hij door den houtzaagmolenaarsknecht J.B. opgenomen en in het huis van den molenaar gedragen, terwijl dadelijk geneeskundige hulp werd ingeroepen. Eenige oogenblikken daarna kwam genoemden P. S. weder tot zichzelven en begaf zich, hoewel zwaar gewond aan zijn hoofd, te voet naar zijne woning aan het Kleine Noord alhier. In den namiddag is hij aan de gevolgen overleden.

HOUTZAGER.
Er biedt zich aan als Zager of Middelknecht, een ongehuwd Persoon, goede getuigen. Brieven fr. aan TIMMERMAN, Zaagmolen „de Hoop te Hoorn. 19459

Houtkooperij.
Ondergeteekende biedt te koop aan: zijn Houtzaagmolen met Houtkooperij, desverlangd dadelijk te aanvaarden. Hij is genegen aandeel in de zaak te houden en voor zoover noodig daarin werkzaam te blijven. De Stoomzagerij, bijbehoorende Gebouwen en Terreinen, ingericht tot Kistenfabriek, zijn onder dezen verkoop niet begrepen.
19937)
Hoorn. K. GRAFTDIJK.

A. ZIJP Cz., te Wognum, vraagt een Knecht op den Houtzaagmolen «De Hoop», te Hoorn.

Uit de hand te Koop:
De Houtzaagmolen » De Hoop (Bovenkruier) te Hoorn, met Woonhuis en Grond, voldoende om een Paard te voeden, bijzonder geschikt voor Meelmolen. Te bevragen bij A. ZIJP Cz., te Wognum. (8576)